zondag 22 december 2013

In z'n drie door Vichy

We hebben de laatste tijd nogal wat pech met spullen die het begeven, met name ons wagenpark is ernstig verzwakt. Mijn reis-auto, onze ‘moderne’ Peugeot 406 uit 2002, heeft een hoog fluitende Turbo waardoor we er al maanden niet echt meer mee durven rijden. En nu, sinds enkele dagen voor mijn geplande vertrek, start hij zelfs helemaal niet meer. 
Aangezien ik een optreden in Nederland heb dat ik niet af kan en wil zeggen, ben ik genoodzaakt om met onze oude Renault Espace uit 1993 op pad te gaan.
Normaal heb ik zin om te gaan, maar deze keer zie ik er tegenop, ik heb een akelig voorgevoel.
Gelukkig blijft het bij een voorgevoel en verloopt de reis goed en, weliswaar met ijskoude voeten, kom ik rond half twee 's nachts toch veilig in Nederland aan.

En nu ben ik al weer uren onderweg, terug naar Frankrijk.
De Espace tuft gestadig voort. Het feit dat we nu nog maar één auto hebben en Henk deze ook eind van de middag nodig heeft voor een optreden in Clermont-Ferrand, geeft de reis wel een extra stressfactor. 
Te beginnen met het voor mij achterlijke vroege tijdstip om op te staan, zes uur vanochtend, terwijl ik gisteren tot middernacht moest werken. Maar ik ben trots, om zeven uur zat ik achter het stuur en afgezien van enkele kleine vermoeidheidsaanvallen gaat de reis toch weer voorspoedig, de zon schijnt, ik ben blij.
De snelweg ligt inmiddels achter me en ik rijd het laatste gedeelte van de reis, die gaat over een ‘Route Nationale’.
Ik ben zojuist het dorp Bessay- sur- Allier gepasseerd, nog zo’n 85 kilometer te gaan.
Omdat het zondag is rijden er gelukkig niet zoveel vrachtwagens en ook het personenverkeer valt redelijk mee.
Na een rotonde komt er weer een lang stuk driebaansweg dus kan ik weer even ‘door’ rijden.
Ik trek op en dan gebeurt er van alles tegelijk;  ik hoor ‘Tak’ , mijn linkervoet glijdt van het pedaal af, althans zo voelt het en de motor giert. Mijn voet vindt het pedaal weer maar nu schiet ik ook nog keihard op de rem. Dat was dus het rempedaal. Ik voel met mijn voet maar kan het koppelingspedaal niet meer vinden.
Oh god, dit is foute boel! De versnelling staat nog in zijn ‘vrij’, ik heb nog wat vaart en in een reflex geef ik de versnellingspook een zet, zodat hij met enige weerstand toch nog in z’n drie valt.
“Oh nee, laat dit niet waar zijn!” roep ik uit. Er overvalt me paniek en ongeloof tegelijk, m’n hart klopt in m’n keel. Wat moet ik doen?
Nu ik weer in z’n drie rijd draait de motor weer gewoon rustig. Als ik niet beter wist zou ik denken dat er niets aan de hand was, behalve dan dat ik alleen nog maar in deze versnelling kan blijven rijden en vooral niet kan stoppen, want dan is het ‘einde reis’.
Het geluk bij dit ongeluk is dat deze weg nog zo’n acht kilometer doorgaat voordat ik bij het eerste obstakel, een dorp,  aan zal komen. Ik bel Henk, hij neemt niet op.
Mijn hoofd draait op volle toeren, hoe moet ik dit probleem aanpakken? Bijna direct belt hij me terug. “Hee Lies, waar ben je nu?” vraagt hij vrolijk, “ik kom net teruggelopen uit het hotel,” gaat hij enthousiast verder.
“Henk, uh, stop even, er is iets niet goed, ik heb geen koppeling meer, de auto is kapot!” roep ik half huilend vol zelfmedelijden door de telefoon.
Even is het stil aan de andere kant van de lijn. “Nou schiet mij maar dood, dat was het dan, nu hebben we echt niets meer en kan ik nog niet werken ook!” reageert Henk theatraal, “Ik kan nog geeneens naar je toekomen, wat een klotezooi!”
“Weet je Henk, ik kan niet zolang praten want het dorp komt in zicht, ik zie wel hoe ver ik kom. Bel mij maar niet, want ik moet me nu concentreren… ik bel je zodra ik meer weet!”
“Ok” zegt Henk verslagen, “dan ga ik de muzikanten maar bellen.”

Ik arriveer bij het dorp en heb de mazzel dat het redelijk doorrijdt, in de verte springt het stoplicht op rood. Gelukkig kan dit oude barrel wel heel erg langzaam in z’n drie, dus met een slakkegang kan ik mijn aankomst uitstellen tot het stoplicht weer op groen springt, dan gas geven en ik ben er doorheen. Op dezelfde wijze passeer ik met mijn alarmlichten aan nog enkele rotondes.
En ondertussen denk ik maar steeds; hoe moet ik in godsnaam in z’n drie dwars door Vichy ? Als ik überhaupt al bij Vichy  kan komen.  
“Oh, laat me alsjeblieft hier niet stranden!” roep ik in paniek tot wie dan ook.
Natuurlijk ben ik wel verzekerd, maar daar heb ik sinds die keer dat ik rond Parijs gestrand ben nou niet bepaald zin en zeker geen vertrouwen in. Dat wordt uren wachten, waarna ze je vervolgens naar een (dure) garage slepen, en dan moet je ook maar weer thuis zien te komen.
Als ik nu maar Vichy  kan bereiken dan kan ik daar bevriende muzikanten bellen. Maar, oh wat gebeurt er als ik ergens moet stoppen, hoe kom ik aan de kant en krijg ik dan de auto nog wel geparkeerd?
Aangezien ik echt niets anders weet te doen, tuf ik maar gewoon door en werkelijk met gigantisch veel mazzel bereik ik Cusset, het voorstadje van Vichy . Vroeger kon je hier een soort van ‘recht’ doorheen rijden, weliswaar een weg met veel stoplichten maar wel met overzichtelijke kruisingen. Dat is veranderd. Je moet nu een soort lus door kleine straatjes met verkeersdrempels maken.
“Lieve engelen, HELP ME,” zeg ik indringend.
Als in een soort trance weet ik deze smalle straatjes en kruisingen te passeren.
Van de spanning zit ik zowat met mijn neus op het stuur en mijn mond herhaalt constant dezelfde riedel; “Geen auto’s voor m’n voeten, Geen auto's voor m' voeten, groen licht! Groen licht! Groen licht!……….”
Het lukt! Ik ben inmiddels Cusset gepasseerd en rijd nu  zowaar in Vichy .
Nu moet ik van links een drukke weg op draaien op een kruispunt waar je vanwege het slechte zicht, alleen maar kunt zien of er iets aankomt door te stoppen. Geen optie voor mij dus.  “Geen auto’s voor m’n voeten! Géén auto’s voor mijn voeten, géén auto’s…!” roep ik terwijl ik de weg op schiet.
Zucht van verlichting, gelukt.  “Dank je, dank je wel!”

Het onmogelijke is gebeurd, ik ben door Vichy heen gekomen en ben nog maar veertig kilometer van huis vandaan.
Nu zal ik verdorie thuis komen ook! denk ik vastbesloten. Er volgen nog enkele stoplichten in verscheidene dorpjes die ik door handig manoeuvreren, gas geven of juist inhouden en vooral veel geluk door weet te komen.
En dan eindelijk draai ik op de laatste rotonde, met een enorme zucht van verlichting de weg naar ons huis op. Ik bel Henk, “over vijf minuten ben ik thuis!”
Zwaaiend staat hij me op te wachten. Net voor ik aankom geef ik een ruk aan de pook zodat hij in z’n ‘vrij’ schiet. Ik draai m’n auto schuin op de weg, stop en zet de motor uit. Henk loopt naar de voorbumper en duwt hem met z’n kont het terrein op naast ons andere barrel.
“Joehoe, ik ben er, eindelijk…. Wat een geluk heb ik gehad!” roep ik lachend als ik uitstap en we elkaar in de armen vallen.
“Henk, het is echt ongelooflijk dat ik Vichy  ben doorgekomen,” begin ik van opluchting te ratelen,
 “ ik kan er nog steeds niet over uit! Nou, ik heb écht wel hulp gehad van bovenaf! Ik ben nogal wat door rood gereden en steeds kwam er net niets aan, of auto’s stopten om me erlangs te laten gaan zodat ik een soort zigzag over de kruising kon.”
“Nou geweldig Lies, alleen nu maar hopen dat er geen flitskastjes bij die stoplichten stonden, ”zegt Henk nuchter.
“Nou mijn beschermengel heeft me geholpen, terwijl ik nogal wat risico’s nam, als hij geweten had dat ik hierdoor giga in de problemen zou komen had hij me wel ergens tot stilstand gebracht,” zeg ik overmoedig. Lachend stappen we ons huis in.
Een voordeel van het feit dat Henk niet kan gaan werken is dat hij nu thuis blijft. Dat is als je aankomt na zo’n lange rit wel zo gezellig!


De volgende dag is de euforie aardig ingezakt. De harde werkelijkheid dient zich weer aan; inkomsten van een optreden gemist en twee auto’s ‘en panne’ terwijl de bodem van de clubkas al meer dan in zicht is.
Soms heb je mazzel, soms heb je pech, die twee hebben duidelijk iets met elkaar. Ik geloof ook echt dat een beschermengel daar een hand in heeft.
In mijn geval heb ik gisteren ongelooflijk veel mazzel gehad! Hoewel, deze engel had natuurlijk ook best kunnen zorgen dat de auto gewoon heel bleef of, op z’n minst, het dichter bij huis zou begeven.
Maar nee, dat heb ik weer! Mijn engel houdt van actie, laat eerst de boel in de soep lopen, dan kan hij daarna als ‘troubleshooter’ goed voor de dag komen.
Ik vermoed dat hij zich met mij aardig amuseert want de laatste jaren komt mazzel nou nooit eens gewoon als mazzel, als iets wat op je pad komt en waar je een tijdje relaxed van kunt genieten.
Nee, mijn mazzel komt altijd na pech, het  zogenaamde 'geluk bij een ongeluk', wel fijn, maar liever had ik toch de mazzel om geen pech te hebben!

_____________________________________________________________________________


In 2007 ben ik samen met Henk (contrabassist) verhuisd naar het Franse platteland.
Over deze wonderlijke periode heb ik een boek geschreven:

Ben je geïnteresseerd?  Via deze linken kun je het bestellen:
  Bol.com  
boek € 16,95

  Ebook  
  ebook: €4,99


uitg.: Vandorp educatief/ Grenzeloos
Het verhaal over een waarzegster en een muzikant die samen hun geluk in Frankrijk willen beproeven om daar een centrum voor muziek en levenskunst op te zetten

Als Lies op een avond Henk ontmoet slaan de vonken direct over. Behalve hun artiestenbestaan blijkt al snel dat ze ook hun passie voor Frankrijk delen.
Het begint met dromen over 'later als...' maar hun enthousiasme haalt de droom in. Samen storten ze zich in het avontuur en belanden van het ene toeval in het andere.
Een verhaal vol humor, over passie en durf, dromen en aanpakken, liefde en loslaten maar vooral over verwondering.
Wat kan er veel gebeuren als je gewoon ‘ja’ durft te zeggen! Zij gaan er in ieder geval vanuit dat hun idee fantastisch is en alle gebeurtenissen lijken dit ook te bevestigen…


Deel twee komt uit in september/ oktober 2014  

zaterdag 7 december 2013

Winter (2)

Het zal niet de eerste keer zijn dat ik mijn plan bij moet stellen vanwege één of andere omstandigheid van buitenaf. Pff de dag is nog maar net begonnen en het is weer eens zover. We zitten dus zonder elektriciteit.
Lichtelijk ontstemd snel ik naar beneden om poolshoogte te gaan nemen, met een soort valse hoop kijk ik in het voorbijgaan naar de internetbox. Daar branden natuurlijk geen lampjes, dus weg telefoon en internet.
“Eén van de Acacia’s is gevallen,” zegt Henk als ik vanaf de trap de keuken instap. Hij is druk bezig met de koffie, die hij nu met een keteltje staat op te gieten. Het is ons campingsetje maar sinds we in Frankrijk wonen, staat het altijd stand-by in de keukenkast.
“Oh, nee! Echt waar?” reageer ik onthutst en loop naar het raam.
Buiten is alles prachtig wit en ja hoor, daar ligt de wel vijftien meter hoge boom nu languit gestrekt in onze tuin. “Oh, wat jammer”, roep ik uit en loop de ‘cave’ in om mijn laarzen aan te trekken.
“Kom Henk, laten we even buiten kijken!” Hond Tess loopt enthousiast mee. Trucje blijft binnen, bij de deur trekt ze haar neus op en draait om. Al zou ze naar buiten gewild hebben dan had het niet eens gekund, ze is  te klein.   
Buiten zakken onze voeten weg in de wel veertig cm dikke laag sneeuw, Tess is door het dolle heen en maakt gekke bokkensprongen. Het is schitterend mooi buiten, het waait niet en de sneeuw absorbeert al het geluid, dus er heerst een serene stilte.
Maar er hangt ook een lugubere sfeer want in die stilte horen we overal om ons heen de bomen vervaarlijk kraken.  Ook zij gaan gebukt onder die enorme laag sneeuw en hun takken hangen treurig naar beneden. Tegen de muur in de hangende rozenstruik piepen nog twee lieflijk roze roosjes tussen de sneeuw door.
Krrrraakkkplof aan de overkant van de weg valt een boom. Kkrraakkkpof de volgende. Terwijl we hier zo in de tuin staan vallen er dus gewoon allerlei bomen om, krrrrakkk weer één, nu bij ons boven in de tuin.  De lindeboom op ons terras, waar we onder staan, piept en kraakt aan alle kanten.
“Oh nee hè boom, hou je taai, jij mag niet vallen hoor!” roep ik bemoedigend naar mijn lievelingsboom.
“Kom Lies,  we moeten naar binnen, het is nu hartstikke gevaarlijk buiten,” zegt Henk, “ze  vallen verdorie met bosjes.”  
Eenmaal binnen kijken we, vanuit het kamerraam, ook eens naar de weg. Het is verdacht stil. Nu zien we ook wat ons wakker gekraakt heeft. Het is de boom schuin tegenover ons aan de andere kant van het kruispunt. Het  bosje hangt als een waaier alle kanten uit en een middentak ligt geknakt over de weg. De elektriciteitspaal aan de andere kant hangt schuin naar achteren, vandaar dat we geen stroom hebben. Ondertussen blijft het maar sneeuwen.

Terwijl we aan de koffie zitten glijd er een auto achterstevoren ons huis voorbij, in een hoop sneeuw komt hij tot stilstand. Henk gaat naar buiten om te kijken of hij kan helpen. Ze zijn met z'
n tweeën.  De bestuurder is redelijk in paniek, zegt dat hij niet verder durft te rijden en vraagt of hij zijn auto bij ons mag stallen. Natuurlijk! Henk en één van de mannen duwen. Maar het valt niet mee om hem te verzetten, de auto blijkt niet eens winterbanden te hebben, dus hij heeft totaal geen grip. Henk geeft de mannen een schep en ze gaan druk in de weer om een spoor en een plek langs het huis schoon te scheppen zodat ze daar de auto in kunnen rijden. Ik ben inmiddels ook buiten. Om erger te voorkomen probeer ik de hoeveelheid sneeuw die onze heg bijna tegen de grond drukt van de takken af te slaan. Een gedeelte heg is geknakt, wat jammer denk ik spijtig.
Maar het is nog steeds niet pluis buiten dus ik vertrek weer naar binnen.
Tja en dan gaat de dag voort. Wat een gedoe en net nu ik zoveel wil doen! Ik had vandaag een volle werkdag gepland; lekker schrijven aan m’n boek maar ook bankzaken regelen, contact opnemen met de notaris en de koper van ons hotel, boekverslag sturen naar Nederland waar ze een paar dagen geleden om gevraagd hebben en nog veel meer kleine klusjes waarbij de computer onmisbaar is.
Zonder stroom en verbinding met de buitenwereld is de hele planning ineens in de war. Een beetje verdwaasd lopen we maar wat door het huis te scharrelen. Zelfs stofzuigen of de vaatwasser draaien gaat niet.  
Henk is, wat betreft zijn werk, gelukkig iets minder afhankelijk van elektriciteit. Hij schrijft nog muziek met een pen en stukken instuderen doet hij gewoon akoestisch. Hoewel, even een muziekstuk via internet opzoeken is er nu ook niet bij.
Voor mij is het echt een regelrechte ramp, zonder computer doe ik niets. Als redelijke control freak voel ik een lichte paniek opkomen, hoe moet het nu?  
Natuurlijk weet ik dat het overmacht is en dat ik het wereldgebeuren maar los moet laten, maar makkelijk is dat niet.  Door deze situatie moet ik mijn mind echt nodig 're-setten'.

’s Middag stopt het met sneeuwen en zien we ook een briesje langs de bomen gaan. Gelukkig want nu valt er mondjesmaat weer wat sneeuw van de takken en de bladeren, waardoor het kraken van de takken afneemt en het minder gevaarlijk wordt buiten.
Een sneeuwschuiver komt langs, sporadisch een auto. Het valt ons op dat de sneeuwschuiver bij ons  op het kruispunt niet naar rechts gaat, dit is vreemd want het is de doorgaande weg naar het dorp.  
Henk en ik besluiten om voordat het donker is nog even met Tess naar buiten te gaan.
Nu er toch bijna geen auto’s rijden, kunnen we de weg aflopen om eens te kijken wat er eigenlijk aan de hand is.
Het is een ravage, overal in het bos langs de weg liggen omgevallen bomen, niet alleen die bij ons voor de deur maar alle elektriciteitspalen zijn omgevallen of geknakt, bomen hangen over de leidingen. Bij ons buurgehuchtje zijn er een paar dikke joekels over de weg gevallen, één zelfs vlak langs het huis van Sofie, onze buurvrouw.
Aha, vandaar dat er dus geen sneeuwschuiver deze kant op rijdt.
Enkele mannen zijn druk bezig met zagen om de weg weer begaanbaar te maken.
De buurman knikt bevestigend en lacht schalks, als ik zeg dat ze wel heel veel mazzel hebben dat die boom niet op hun huis gevallen is. Volgens hem is het verderop nog erger en ligt de hele weg richting het dorp bezaaid met bomen.
De kans dat we dus vandaag nog met de auto weg kunnen om wat boodschappen te doen is verkeken, maar nog erger, de kans op stroom en telefoon waarschijnlijk ook.
Het is eigenlijk gewoon een soort natuurramp die zich hier heeft voltrokken. Een van de wat oudere Auvergnaanse buren zegt dat hij dit zijn hele leven nog nooit meegemaakt heeft.
“Ik snap het niet," zeg ik verbaasd, “er valt toch wel eens meer veertig centimeter sneeuw?”
Buurman legt uit dat het door de bladeren komt.
Omdat de sneeuw nu zo vroeg in het jaar is gevallen hebben de bomen nog blad, dus daar blijft de sneeuw op hangen en zodoende worden de takken dus topzwaar. Stom, zo had ik het nog niet bekeken. Logisch eigenlijk. Maar ja, de sneeuw valt dit jaar dan wel vroeg maar de bomen zijn ook laat met het vallen van hun blad.
Het is een indrukwekkend beeld al die sneeuw en de omgevallen bomen.  De natuur is krachtig maar helaas, voor ons en voor zichzelf, wel in de war!

Om vijf uur ‘s middags is het donker. En dan dus echt donker! En stil! Geen muziek, radio of tv, niemand die belt.
Samen zitten we in de keuken bij de houtoven, waar Henk toch gewoon een lekkere maaltijd op kan koken. Overal staan waxinelichtjes. “Eigenlijk toch best gezellig hè Henk,” zeg ik tevreden genietend van m’n wijntje. “Ach, ook best lekker, zo’n dagje verplicht niets doen, weer eens gewoon back to basic!”
“Ja, we kunnen het gelukkig nog," zegt Henk lachend, "het is eigenlijk wel een uitdaging!”
Als we een paar uur later ons bed in duiken, krijgt mijn tevreden ‘back to basic’ gevoel toch een kleine terugslag. Dit is niet leuk, zonder elektrische deken is het bed zo kouhoud…..




              ___________________________________________________________________

In 2007 ben ik samen met Henk (contrabassist) verhuisd naar het Franse platteland.
Over deze wonderlijke periode heb ik een boek geschreven:

Ben je geïnteresseerd?  Via deze linken kun je het bestellen:
  Bol.com  
boek € 16,95

  Ebook  
  ebook: €4,99
 

uitg.: Vandorp educatief/ Grenzeloos
Het verhaal over een waarzegster en een muzikant die samen hun geluk in Frankrijk willen beproeven om daar een centrum voor muziek en levenskunst op te zetten

Als Lies op een avond Henk ontmoet slaan de vonken direct over. Behalve hun artiestenbestaan blijkt al snel dat ze ook hun passie voor Frankrijk delen.
Het begint met dromen over 'later als...' maar hun enthousiasme haalt de droom in. Samen storten ze zich in het avontuur en belanden van het ene toeval in het andere.
Een verhaal vol humor, over passie en durf, dromen en aanpakken, liefde en loslaten maar vooral over verwondering.
Wat kan er veel gebeuren als je gewoon ‘ja’ durft te zeggen! Zij gaan er in ieder geval vanuit dat hun idee fantastisch is en alle gebeurtenissen lijken dit ook te bevestigen…


Deel twee komt uit in september/ oktober 2014

donderdag 5 december 2013

Winter

20 november, acht uur ’s ochtends.
Terwijl ik moed lig te verzamelen om ons warme bed uit te stappen en om de eerste niet erg aanlokkelijke taak van vandaag, mijn koude kleren aantrekken, te gaan trotseren, hoor ik een vreemd geluid.
Takgrrrr….grgr..tingpof…. Stilte.
“Wat was dat?” vraag ik licht verbaast aan Henk, die nog heerlijk warm naast me ligt te soezen. “Is het Trucje niet?” Antwoordt hij slaperig.
Truc is ons zeventien jaar oud half dementerende hondje dat soms meerdere keren per nacht uit haar slaap opschiet, een aantal rondjes door de kamer rent, soms met een bonkje omvalt, opstaat om verder te rennen waarbij ze lekker met haar pootjes over de houten vloer krast, plotsklaps stilstaat en verdwaasd rondkijkt om vervolgens weer naar haar mandje te rennen waar ze zich weer opkrult en verder slaapt.
Ik kijk naar het mandje aan mijn kant van het bed. “Nee hoor, ze ligt gewoon lekker te slapen. Wat raar, wat was het dan voor geluid?” vraag ik nieuwsgierig terwijl ik nog steeds geen aanstalten maak om op te staan.  “Het leek wel alsof er iets brak.”
 “Nou, dan kijk ik toch even,” zegt Henk en zwiept met een snelle beweging het bed uit en loopt de kamer in. “Hier zie ik echt niets bijzonders hoor.” Om meer licht te maken opent hij de gordijnen. “Sohee, het heeft gesneeuwd, nou en nog eens veel ook, zeker wel veertig centimeter!”
“Oh jee, is het dan niet ons dak dat is geknakt?” reageer ik schertsend maar toch zodanig ongerust dat Henk wel even gaat kijken. Sinds ons dak van de schuur op een goede ochtend ook zomaar ineens zonder aankondiging, een verdieping naar beneden zakte, ben ik altijd een beetje bezorgd.
Gelukkig blijkt alles op zolder nog hetzelfde.
Nu hij er toch uit is, gaat Henk ook maar direct naar beneden om koffie te zetten en ik begin met lichte tegenzin aan mijn aankleed expeditie. Eerst een hemd, dan thermo-shirt met lange mouwen, daarover t shirt ook met lange lange mouwen en daaroverheen een schapenwollen trui, een lekker warme trainingsbroek en twee paar sokken. Ik zou maar zeggen de voorwinter-home-outfit. Als het echt 'door' gaat vriezen dan komen daar nog een fleesetrui en een lange thermo-onderbroek bij. Eventueel nog een sjaal.
Ja, mijn man moet toch echt van me houden, door me ook nu zelfs nog complimenten te maken over mijn uiterlijk, terwijl ik me zo ongeveer als een vierkante Kaukasus boerin door het huis beweeg. Zeker als ik in m’n sneeuwboots de houtvoorraad in huis aanvul, lijk ik toch echt in niets meer op de mondaine Amsterdamse, die tot voor tien jaar terug alleen op hoge hakken liep en die alles wat casual kleding was afzweerde.
Voor we aan ons Frankrijk avontuur begonnen hadden we deze nieuwe levensstijl ook bij onze vrienden in de Cevennes gezien. Dat zag er allemaal ontzettend leuk en ouderwets gezellig uit, maar daar zouden wij nooit aan beginnen! Waarom een extra trui aantrekken als je toch gewoon ook de kachel wat harder kunt stoken? Ja, dat waren we roerend met elkaar eens. Niks voor ons dat hippie gedoe!
Tja, soms lopen dingen wat anders dan voorzien. Het mooie is dat we het inmiddels gewend zijn en sterker nog, het nog heerlijk vinden ook, dat hoort gewoon bij ons Franse leven !
Maar ja dat zeg ik nu. De winter is nog maar net aangebroken, er zit nog genoeg hout in het hok, alles doet het nog, er zijn nog geen waterleidingen bevroren en mijn heerlijke elektrische deken zorgt ervoor dat ‘s avonds een warm bed op me wacht.
Ondertussen ben ik aangekleed en voel me blij, oké het is wel koud maar Henk is beneden al bezig met de kachel en nu er sneeuw ligt is alles veel lichter in huis.  
Gezellig, na de koffie weer lekker achter de computer en verder schrijven aan mijn boek, denk ik opgetogen, daar is het nu echt een mooie dag voor! 
“Lies, we hebben geen stroom!” roept Henk naar boven. 


            _____________________________________________________________________

In 2007 ben ik samen met Henk (contrabassist) verhuisd naar het Franse platteland.
Over deze wonderlijke periode heb ik een boek geschreven:

Ben je geïnteresseerd?  Via deze linken kun je het bestellen:
  Bol.com  
boek € 16,95

  Ebook  
  ebook: €4,99
 

uitg.: Vandorp educatief/ Grenzeloos
Het verhaal over een waarzegster en een muzikant die samen hun geluk in Frankrijk willen beproeven om daar een centrum voor muziek en levenskunst op te zetten

Als Lies op een avond Henk ontmoet slaan de vonken direct over. Behalve hun artiestenbestaan blijkt al snel dat ze ook hun passie voor Frankrijk delen.
Het begint met dromen over 'later als...' maar hun enthousiasme haalt de droom in. Samen storten ze zich in het avontuur en belanden van het ene toeval in het andere.
Een verhaal vol humor, over passie en durf, dromen en aanpakken, liefde en loslaten maar vooral over verwondering.
Wat kan er veel gebeuren als je gewoon ‘ja’ durft te zeggen! Zij gaan er in ieder geval vanuit dat hun idee fantastisch is en alle gebeurtenissen lijken dit ook te bevestigen…


Deel twee komt uit in september/ oktober 2014

donderdag 14 november 2013

Viriel Frankrijk

Op een mooie lentedag rijd ik opgetogen vanuit Nederland naar huis. Ik heb een aantal leuke optredens in Nederland gehad, dus ik ben voldaan. Nederland was fijn, maar nu wil ik weer snel naar huis en naar Henk.
Rond twee uur ’s middags draai ik vanaf de drukke A6 Parijs-Lyon, de altijd rustige A77 richting Nevers op.
Heerlijk, de zon schijnt, een vrolijk briesje waait door mijn haar, cd speler aan, lekker meezingen en ondertussen, al kilometers vretend, genieten van het mooie natuurschoon om me heen.
Ik passeer een dikke Mercedes.
Als ik voor hem uit stuif, zie ik in mijn spiegel dat hij seint met z’n lampen. Ik moet er wel een beetje om lachen, dat is lang geleden, denk ik. Vroeger toen ik als jonge griet in mijn lelijke eend door Nederland crosste, kwam dit regelmatig voor.
Terwijl ik geamuseerd terugdenk aan die tijd en hoe ik in het begin steeds naïef dacht dat ze seinden om aan te geven dat er iets met mijn auto aan de hand was, heeft de dikke Mercedes flink gas bijgegeven en rijdt nu naast me. Een corpulente zestiger met lachend rood hoofd maakt hevig insinuerende gebaren.
Ik weet niet zo goed wat ik moet doen dus geef ik hem een snelle doch minzame blik, knik ‘nee’ en probeer verder net te doen of ik hem niet zie, ervan uit gaande dat hij dan wel door zal rijden.
Maar nee hoor, eenmaal voor me blijft hij in zijn spiegel kijkend zwaaien en gaat hij weer zachter rijden zodat ik hem weer in moet halen. Getver wat een creep, dit is niet leuk!
Ik geef een flinke peut gas, wegwezen!
Maar ja, zo’n Mercedes kan ook gewoon snel en hij blijft me volgen en seinen met zijn lichten. Na nog een aantal keren voorbij rijden en dan weer inhouden geeft hij het zo’n drie kwartier later eindelijk op en houdt gas in. Heel in de verte kan ik hem nog zien in m’n spiegel. Na Nevers ben ik hem kwijt. Wat een gekkigheid wat denkt die man wel niet, vraag ik me af.
Dat je eens een seintje geeft aan een ‘leuke’ vrouw, allez, maar zo opdringerig avances maken naar iemand die daar totaal geen aanleiding toe geeft en er ook niet op in gaat, is wel heel merkwaardig.
Het zal de lentekolder wel zijn.
Eenmaal thuis, een paar uur later, vermeld ik het voorval nog wel aan Henk maar verder houdt het me niet meer bezig.
Nu maanden later, op de heenweg naar Nederland word ik er weer aan herinnerd. Dit keer zijn Henk en ik samen onderweg en om de reiskosten een beetje te drukken hebben we besloten dat we de tolwegen zullen vermijden. Eigenlijk ook best wel weer eens leuk, op deze manier zie je toch wat meer van Frankrijk. En ons valt wel iets heel erg opmerkelijks op.
Henk ziet het als eerste. Een wit busje staat langs de weg, wat schuin achter een bosje.
“Kijk Lies, staan ze nu ook al hier?” Hoewel we al drie uur onderweg zijn, zijn we nog niet ver gevorderd op onze reis, we zitten net boven Nevers. Snel kijk ik nog even terug over mijn schouder, “Ja hoor, het is er één, wat apart” antwoord ik verwonderd.
Ik heb het nog maar net uitgesproken of we zien er wéér een staan op een uitval weggetje, er naast staat een personenauto.
Ach, helemaal nieuw is het niet, tien jaar geleden hadden we er ook al enkelen gezien, dat was in de bossen langs de weg tussen Soissons en Parijs. We weten dus wel van het bestaan af, maar tot nu toe hadden we ze hier, zo ver van Parijs, in de Allier grens Bourgogne nog niet gezien, deze witte busjes die overduidelijk dienst doen als peeskamer.  Bij sommigen zijn de ramen geblindeerd met een soort aluminiumfolie, anderen met stukken karton en weer anderen hebben zelfs een kaars op het dashboard staan.
“Gedverderrie”, gruwel ik, “dat is toch hartstikke smerig. Hoe moeten die vrouwen zich wassen in zo’n busje?”
“Kijk wéér één…” en daar wéér één…”, roept Henk uit. Het is echt ongelooflijk maar hoe dichter we bij Parijs komen, hoe bosrijker het gebied en je kunt geen bospad meer inkijken of er staat wel zo’n wit busje. Een vrachtwagen langs de weg? Ja hoor een busje erbij.
Nieuwsgierig en geïntrigeerd door dit fenomeen kijken we speurend om ons heen. Inmiddels weer vijftig kilometer verder op de route staan de jonge en vaak erg knappe vrouwen zelfs ook gewoon zonder busje langs de weg of zitten ze samen op een hefboom die een weggetje afsluit.
Tussen Fontainebleau en Melun is het ‘t ergst, het hele bos waar we doorheen rijden zit er vol mee.
“Jeetje, je zou met je gezin lekker in het bos willen picknicken, gezellig hoor, met overal om je heen kreunende busjes,” grap ik.
We zien een jogger een bospad inslaan. “Jaja, joggen zeker!” zeg ik met een knipoog naar Henk. Vanaf nu is elke man die we zien verdacht als hoerenloper.
Doordat het er zo bizar veel zijn kunnen Henk en ik er niet mee stoppen: “ Daar wéér één, en daar…”
Je ontkomt er ook niet aan, ze staan echt overal! “Nou, al zou ik moeten pissen, dan ga ik toch echt hier het bos niet in,” grapt Henk, “wie weet wat ik tegenkom!”
“Mijn god, heel midden Frankrijk en met name het île de France is een hoerenkiet geworden, je zal hier maar wonen met zo’n busje als buurvrouw, ik moet er niet aan denken! En hoe kijken ze hier aan tegen deze vrouwen of hoe denken ze überhaupt over vrouwen in het algemeen?” vraag ik peinzend.
Als we door een stadje komen merk ik, dat ook ik zelfs de meisjes die alleen rondlopen bekijk of ze toevallig niet aan het tippelen zijn. Nu ben ik gewoon een vrouw, die toevallig door dit gebied rijdt, die nietsvermoedend overvallen wordt door verbazing over dit fenomeen, en zelfs ik ga loslopende vrouwen in deze streek al met andere ogen bekijken.
Kun je nagaan wat er in het hoofd van een hitsige viriele man omgaat?
En dat te bedenken dat wij in het begin van ons Frankrijk avontuur ook een wit busje hadden, nou lekker als ik er nu nog in zou rijden, zeker als je bedenkt dat ik soms, ’s nachts langs de snelweg, op een air nog wel eens een tukkie doe.
Ineens moet ik aan die dikke Mercedes denken, die man was er vast ook zo één. Het was weliswaar op de snelweg, maar wel in deze streek. Als hij hier vaak komt is zijn blik waarschijnlijk alleen nog maar op loslopende of losrijdende vrouwen gericht, allemaal één pot nat in zijn ogen.
Wat een walgelijk idee. Hoe is dit de laatste jaren zo uit de hand gelopen? Zijn er zoveel mannen die hoge nood hebben en op deze manier aan hun gerief moeten komen? Is dit nu eigenlijk in Nederland ook zo aan de orde of zijn de Fransen virieler dan Nederlanders? Is het vanwege de crisis dat vrouwen weer teruggrijpen naar het oudste beroep van de wereld? Zoeken mannen meer afleiding of is het omdat de grenzen met Oost-Europa opengesteld zijn waardoor die vrouwen hierheen komen en de mannen worden blootgesteld aan al dat vrouwelijk schoon?
Waarom wordt dit niet aan de kaak gesteld, best wel gek eigenlijk? Ook voor de prostitué is het niet de meest ideale situatie, lijkt me. Sta je daar alleen in een bos met een klant, er kan van alles gebeuren of zouden er zich dan achter de bosjes weer pooiers bevinden om hen ‘te beschermen’? Hoe groot is dit netwerk?
Eigenlijk weet ik niet wat ik ervan moet denken, maar voor mij voelt het toch vooral als “Niet in de haak”!
Maar, zoals met zoveel ‘wereldse’ zaken waarvan ik niet weet wat ik ermee aan moet, verdwijnt de gedachte eraan zodra ik weer lekker in de onbedorven en ongerepte natuur van onze Auvergne ben.
Ook nu, na de hectiek in Nederland is het weer heerlijk thuiskomen. De simpelheid van het bestaan. Geen vertier, wat ook wel eens saai te noemen is, maar wel zo rustig. Hier rijden er gewoon nog mannen in witte busjes, techniciens. Gewoon hardwerkende pappa’s die na een drukke werkdag, ’s avonds moe maar voldaan, weer thuiskomen in hun vertrouwde wereld waar het familieleven hoog in het vaandel staat.
Hoewel ik hierover, door de ontmoeting vandaag met Monsieur Ducros, de energie-expert die vandaag, tijdens mijn afwezigheid, ons lege Hotel kwam keuren voor de verkoop, ook zo mijn twijfels heb.
“Dit is m’n vrouw” zei hij, met blosjes op de wangen, toen hij met een schone jonge deerne in zijn kielzog rond 11.30 uur de trap afkwam en ineens mij in de keuken aantrof. “Ze is een week op vakantie geweest, en we gaan nu even samen lunchen…”

_______________________________________________________________________________________

In 2007 ben ik samen met Henk (contrabassist) verhuisd naar het Franse platteland.
Over deze wonderlijke periode heb ik een boek geschreven:

Ben je geïnteresseerd?  Via deze linken kun je het bestellen:
  Bol.com  
boek € 16,95

  Ebook  
  ebook: €4,99
 

uitg.: Vandorp educatief/ Grenzeloos
Het verhaal over een waarzegster en een muzikant die samen hun geluk in Frankrijk willen beproeven om daar een centrum voor muziek en levenskunst op te zetten

Als Lies op een avond Henk ontmoet slaan de vonken direct over. Behalve hun artiestenbestaan blijkt al snel dat ze ook hun passie voor Frankrijk delen.
Het begint met dromen over 'later als...' maar hun enthousiasme haalt de droom in. Samen storten ze zich in het avontuur en belanden van het ene toeval in het andere.
Een verhaal vol humor, over passie en durf, dromen en aanpakken, liefde en loslaten maar vooral over verwondering.
Wat kan er veel gebeuren als je gewoon ‘ja’ durft te zeggen! Zij gaan er in ieder geval vanuit dat hun idee fantastisch is en alle gebeurtenissen lijken dit ook te bevestigen…


Deel twee komt uit in september/ oktober 2014

donderdag 10 oktober 2013

Frankrijk is binnenkort een bedevaartsoord rijker…

Er hangen vreemde sferen in de Pyreneeën. Nu is dit ook niet echt verwonderlijk want het is natuurlijk een prachtig en uitgestrekt gebergte waar de natuur ongerept is en waar je de basis en de oneindigheid van het bestaan kunt voelen. Deze overweldigende natuur maakt je nederig en ontvankelijk.
Niet gek dat Maria daar wel gezien wilde worden, als je dan toch graag nog contact met de mens wilt houden dan is zo’n uitgestorven plek natuurlijk ideaal om alle aandacht te krijgen, kan ik me zo voorstellen. Het is alleen een beetje jammer dat deze plek Lourdes, inmiddels zo druk bezocht wordt dat er in het stadje zelf maar weinig sprake meer is van hemelse sferen.
Maar Maria blijft trouw op haar ‘post’, terwijl hordes mensen, bussen en auto’s, jaar in jaar uit, het stadje overbevolken en haar de rust ontnemen.

Ondanks mijn sterke interesse in spiritualiteit, was dit negen jaar geleden niet ons doel om een vakantie in de Pyreneeën te plannen. We zochten een huis te midden van natuur maar zeker ook van cultuur en levendigheid, dus hadden we besloten om in de buurt van de kust te blijven, maar wel hogerop in de bergen. Mijn dochter en een vriendin zetten we af bij een camping in Argeles sur Mer en wij reden de bergen in. Zo’n dertig kilometer hogerop vonden we een mooie camping municipal.
We hadden geluk want we kregen een plek op een doodlopend paadje uit het zicht van de andere camping gangers, heerlijk rustig. Behalve huizen kijken, wilden we natuurlijk ook gewoon vakantie vieren dus maakten we leuke tochtjes en hingen we ook vaak gewoon bij de tent. Ik had een paar goede boeken bij me en Henk zijn schilderspullen.
Op een ochtend besloot ik een bezoekje aan de meiden te brengen. Henk ging niet mee, hij wilde liever rustig bij de tent blijven en wat schilderen.
Ik zou  een paar uurtjes weg blijven, maar het liep anders. De meiden gaven aan dat de camping te suf was en dat ze wilden verkassen, dus wij op onderzoek uit! Maar Argeles in de zomer betekent één grote file, zodat deze verhuisoperatie zowat een dag in beslag nam.
Al die tijd zat Henk alleen bij de tent ongerust te wachten omdat ik maar niet terugkwam. Intussen begon het te regenen, waardoor de temperatuur maar ook zijn humeur met het uur daalde.
Toen ik eind van de middag ‘thuis’ kwam trof ik in de voortent een boze man met het deksel van een pan op z'n hoofd. Maar hij had wel een heel mooi schilderijtje op de ezel staan.

“Wow een Dali!” riep ik verrast uit. Henk glunderde van trots. Zijn slechte bui zakte al gelukkig. “Dat is nu het voordeel als je verder geen afleiding hebt, Henk, kun je je goed concentreren,” probeerde ik mijn ‘afwezigheid zonder overleg’ goed te praten.
In een tijdschrift stond een portret van Dali en Henk had, als bewonderaar van deze kunstenaar, bedacht dat hij dat zou gaan schilderen. Het was een bijzonder schilderijtje geworden omdat in eerste instantie het rechteroog van Dali op zijn doekje maar niet open wilde, hij kreeg het gewoon niet goed. Ineens zag hij er eigenlijk ook een tweede gezicht in. Dus schilderde hij het portret nogmaals ernaast en koppelde de twee gezichten. Een dubbelgezicht van Dali, surrealistisch in de lijn van de meester.
Eenmaal thuis kreeg Dali natuurlijk een mooie plek in huis en een jaar later toen we inmiddels ons huis, niet in de Pyreneeën maar in de Auvergne hadden, heeft Henk er op een tentoonstelling in een buurtgelegen stad, nog een prijs mee gewonnen.
Henk mag terecht trots zijn.

Maar sinds vanavond is alles anders, dit is magie!
Op TV zien we een documentaire over Dali, zijn leven met live beelden en interviews met deze excentrieke persoonlijkheid.
Uitvoerig wordt zijn leven als ‘provocateur en genie’ uit de doeken gedaan. En dan aan het eind van de uitzending komt Dali met een zeer ‘open’ verklaring voor zijn excentrieke gedrag en zijn wens om altijd uniek en uitzonderlijk te willen zijn. Duidelijk wordt waarom het thema van de verdubbeling vaak zo wezenlijk in zijn schilderkunst is.
Dali’s leven blijkt gedirigeerd te zijn door een levensbepalend trauma. Zijn ouders hebben hem bij zijn geboorte de naam van zijn gestorven broer Salvador gegeven. Maar nog erger, zijn leven werd aan dat van deze broer gekoppeld.  Als het ware dat hij niet bestond maar dat hij een vervanger was. Hij had het gevoel dat hij een deel was van deze broer, dat het dode lijf en de ziel van zijn broer in hem zaten. 
Door zich excentriek te gedragen wilde hij zichzelf overtuigen dat hij de levende broer was.
Het is een prachtige documentaire die een heel ingrijpend beeld geeft van de mens Dali. Zover hadden wij hem nooit onderzocht, wij wisten eigenlijk niets van dit grote levensthema moet ik beschaamd toegeven. Henk en ik zijn er beiden door geraakt.

Henk pakt zijn eigen schilderij erbij.
Een slapende en wakende Dali, tenminste zo zagen wij het altijd.
Ik krijg een schok, de verdubbeling zit ook in Henks werk.
“Dit is toch wel heel bizar, Henk” zeg ik met een brok in mijn keel. “Jij hebt Dali met zijn dode broer geschilderd! Je hebt zijn levensthema verbeeld.”
“Verrek,” zegt Henk, zo heb ik het nooit bekeken. Wel die twee gezichten natuurlijk, maar ik wist echt niets van deze broer. Inderdaad, het is wel heel frappant.” We bekijken het schilderijtje nu ineens met heel andere ogen.   
“Het was wel een hele gekke middag toen ik dit schilderijtje maakte”, vervolgt Henk peinzend. “ Ik was boos, voelde me een Jan joker die maar zat te wachten, maar ik was ook ongerust en voelde me onmachtig zonder auto en telefoon.
Het schilderen daarentegen ging als en trein, eigenlijk voelde ik me wel een soort Dali. Voor ik het wist stond het op het doek, ik heb niet eens wit gebruikt, alleen maar bruin.”  

“joh, je bent door de meester zelf aangeraakt”, roep ik in vervoering uit,  “die zweeft daar vast nog, zover zaten we niet af van Figuères en Cadaqués, die steden liggen gewoon aan de andere kant van de Pyreneeën.”
We raken er niet over uitgepraat, gezellig zitten we samen aan de keukenbar te filosoferen.
Het schilderijtje krijgt in onze ogen steeds meer meesterlijke proporties.
En natuurlijk ook Henks ontmoeting met Dali. Hoewel hij dat op dat moment niet echt gevoeld heeft, maar toch…
Daarbij heeft zijn ome Henk, waar hij naar vernoemd is en die touringcarchauffeur was, wel eens in het echt een avondje doorgezakt met Dali in een hotel in Cadaqués in Spanje. Ome Henk had op dat moment niet geweten dat hij sprak met de grote Dali en de mannen hadden een genoeglijke avond doorgebracht door al drinkend te praten over hun beider hobby, het schilderen. De volgende ochtend stond er voor de deur van ome Henks hotelkamer en fles champagne en een roos met een servet waarop stond “merci” gesigneerd met twee streepjes van ‘le maître’. Later begreep ome Henk pas met wie hij gesproken had.
Kijk en dat schept toch een band want nu mijn Henk weer..... Mijn fantasie trekt een sprintje, in feite heeft hij onbewust ‘een verschijning’ gehad, zou je kunnen zeggen.
Zo, als dit wereldnieuws wordt, zal ook dat pittoreske Pyrenese bergdorpje binnenkort overladen worden door hordes kunstenaars en Dali-fans die in de hogere sferen de banden aan willen trekken met ‘le Maître’ lui-même….!
“En dat allemaal door jou schat”, zeg ik bewonderend terwijl ik met het laatste staartje wijn onze glazen nog maar eens volschenk.


                             Henk Arts 2004


                 _______________________________________________________________

In 2007 ben ik samen met Henk (contrabassist) verhuisd naar het Franse platteland.
Over deze wonderlijke periode heb ik een boek geschreven:

Ben je geïnteresseerd?  Via deze linken kun je het bestellen:
  Bol.com  
boek € 16,95

  Ebook  
  ebook: €4,99

uitg.: Vandorp educatief/ Grenzeloos
Het verhaal over een waarzegster en een muzikant die samen hun geluk in Frankrijk willen beproeven om daar een centrum voor muziek en levenskunst op te zetten

Als Lies op een avond Henk ontmoet slaan de vonken direct over. Behalve hun artiestenbestaan blijkt al snel dat ze ook hun passie voor Frankrijk delen.
Het begint met dromen over 'later als...' maar hun enthousiasme haalt de droom in. Samen storten ze zich in het avontuur en belanden van het ene toeval in het andere.
Een verhaal vol humor, over passie en durf, dromen en aanpakken, liefde en loslaten maar vooral over verwondering.
Wat kan er veel gebeuren als je gewoon ‘ja’ durft te zeggen! Zij gaan er in ieder geval vanuit dat hun idee fantastisch is en alle gebeurtenissen lijken dit ook te bevestigen…


Deel twee komt uit in september/ oktober 2014

zondag 29 september 2013

Al twee weken zweven...

En dan is het moment daar, de boekpresentatie is een feit.
Nog met de spierpijn en vermoeidheid van het hout sjouwen en daarbij ook nog van een boerenschuur gezellig inrichten in mijn lijf, sta ik daar dan. Op van de zenuwen, wat een spanning.
Er is een fotograaf van de krant aanwezig en die heeft maar een half uurtje de tijd, terwijl de presentatie eigenlijk pas over een half uur zal beginnen.  Aardige jongen, hij wil zijn tijd nog wel iets rekken.
Ondertussen ben ik dus niet goed voorbereid waardoor er steeds, tussen het vrienden verwelkomen door, dingen door m’n hoofd schieten die ik straks zou willen zeggen als ik mijn presentatie ga geven.
Mijn uitgever Eric Jan van Dorp arriveert… langzaamaan druppelen steeds meer vrienden en bekenden de boerenschuur binnen.
Aangezien ik het feestje bij mijn ouderlijk huis organiseer, zijn er ook veel vrienden uit mijn jeugd, mensen die elkaar onderling ook alweer tijden niet gezien hebben.
Ook voor Henk is het haast een reünie, dat krijg je als je al een tijdje weg bent uit Nederland.
Het wordt gezellig.

Henk en ik hebben besloten dat we samen de presentatie zullen doen, dat wil zeggen; ik zal iets uit het boek voorlezen en dan zal hij, op van te voren afgesproken tijdstippen, een deuntje uit zijn speciaal voor dit boek geschreven muziekstuk spelen. Als ik klaar ben zal de band het gehele stuk spelen. We hebben geoefend samen.
Iedereen staat gezellig te kletsen, vriend Ron die zal gaan drummen moet zijn bekkens nog aan het drumstel hangen. Aangezien het een spontane sessie is moet  Henk hem en vriend Michel, die de piano wel wil bespelen nog even uitleggen wat de bedoeling is.
Maar als ik ze zo gezellig zie lachen heb ik niet het idee dat ze erg ‘to the point’ komen, en de fotograaf maar wachten en plaatjes schieten.
Als deze uiteindelijk drie kwartier later aangeeft dat het nu toch echt tijd wordt dat hij vertrekt en het overgrote deel van de genodigden gearriveerd is, beginnen we.
Het is overweldigend. Dan sta je daar met al die lieve en welwillende mensen voor je, een uitgever die je je boek komt overhandigen en ook nog lovende woorden uitspreekt. Ik had van te voren niet kunnen bedenken hoe emotioneel dat is.
De speech, waarin ik  ook uitgebreid wat mensen wilde bedanken valt enigszins in het water omdat ik door mijn emoties overweldigd word. Aangezien ik ook geen zin heb om een potje te gaan staan janken roep ik snel de uitgever. Hij neemt het woord van me over om me dan eindelijk, na maanden van gespannen wachten, het boek te presenteren.

Dan begint het voorlezen.
Ik hervind mijn zenuwen weer en geanimeerd lees ik het eerste hoofdstuk van het boek.
Natuurlijk gaat er iets mis in het hapsnap geoefende fragment waarin Henk mij met bas begeleidt. En dan is het weer gewoon zoals vanouds….. zie fimpje:


         
Hierna is het ijs gebroken. Het feestje kan nu echt van start gaan. Er zijn behoorlijk wat muzikanten dus er wordt gejamd, bijgepraat en gelachen. Waarschijnlijk ook wel mede door de vijftig liter wijn, die we speciaal voor de gelegenheid uit Frankrijk hebben meegenomen. 
Ik beland achter een tafel met een enorme stapel boeken. Het signeren kan beginnen. Iedereen wil een boek. Wat een eer!
En nu twee weken later zweef ik al die tijd al tien centimeter boven de grond. Ik kan het nog steeds allemaal maar amper bevatten. Ik heb nu echt een boek!
Daarbij heb ik het ineens razend druk. Ik ben bezig met de publiciteit, persberichten schrijven, boeken versturen, mijn website bijwerken, er ligt overigens nog steeds wat hout voor de deur.... dus dat moet ook nog even tussendoor, ook nog kijkers voor ons hotel die we moeten rondleiden.
Ik ben bezig om alle gasten die geweest zijn te bedanken voor hun aanwezigheid en ondertussen krijg ik ook al weer mailtjes van mensen die het boek inmiddels gelezen hebben.
Iedereen is lovend.
Ik ben uitgenodigd door het blad Maison en France om, tijdens de 'Frankrijkdagen' 9 en 10 november, bij  hun stand mijn boek te signeren en daarnaast ga ik op diezelfde beurs een lezing geven over ondernemen in Frankrijk.
Hierbij een boekfragment van het boek:  "Toekomstmuziek in Frankrijk, dromen over de grens"

De eerste 37 pagina's staan nu online...klik hier:  via de uitgever  of  via itunes 

                                              Op de foto met Uitgever Eric Jan van Dorp.


     ___________________________________________________________________

In 2007 ben ik samen met Henk (contrabassist) verhuisd naar het Franse platteland.
Over deze wonderlijke periode heb ik een boek geschreven:

Ben je geïnteresseerd?  Via deze linken kun je het bestellen:
  Bol.com  
boek € 16,95

  Ebook  
  ebook: €4,99
 

uitg.: Vandorp educatief/ Grenzeloos
Het verhaal over een waarzegster en een muzikant die samen hun geluk in Frankrijk willen beproeven om daar een centrum voor muziek en levenskunst op te zetten

Als Lies op een avond Henk ontmoet slaan de vonken direct over. Behalve hun artiestenbestaan blijkt al snel dat ze ook hun passie voor Frankrijk delen.
Het begint met dromen over 'later als...' maar hun enthousiasme haalt de droom in. Samen storten ze zich in het avontuur en belanden van het ene toeval in het andere.
Een verhaal vol humor, over passie en durf, dromen en aanpakken, liefde en loslaten maar vooral over verwondering.
Wat kan er veel gebeuren als je gewoon ‘ja’ durft te zeggen! Zij gaan er in ieder geval vanuit dat hun idee fantastisch is en alle gebeurtenissen lijken dit ook te bevestigen…


Deel twee komt uit in september/ oktober 2014

zondag 8 september 2013

Een bos hout voor de deur

Het zal je maar gebeuren, sta je op de vooravond van je grote doorbraak als schrijfster en dan storten ze ineens 21 kuub hout voor je deur.
Nou ja vooravond? Nog een kleine week zo’n beetje, dan komt mijn boek echt uit. 
Maar ondanks dat ik me volledig in deze euforie wil storten, zijn er ook andere zaken waar ik net deze week aandacht aan moet schenken.
Sinds we in Frankrijk wonen is hout een jaarlijks terugkerend ongemak, zeg maar probleem, dat aan belangrijkheid toeneemt naarmate de zomerse dagen korter worden en dat opgelost zou moeten zijn voordat de kortste dag van het jaar is aangebroken.
Hout is bewerkelijk en geeft veel gedoe, tenminste voor mensen als wij, zonder overvolle portemonnee.
Tja, waarom kiezen we er dan voor, als het elk jaar weer een probleem oplevert? zou je denken.
Het is een haat-liefde verhouding, dat is duidelijk.
Want wat is er mooier dan stoken en koken op hout? “Geweldig,  er is toch geen betere warmte als deze,” zeggen we tevreden tegen elkaar, terwijl we ons behaaglijk voor de kachel nestelen.
En dan hebben we het nog niet over de heerlijke geuren die een open haart of houtkachel door je huis verspreiden.

Henk blijft een vrolijke kok bij de gratie van het hout. Onvermoeibaar staat hij elke winteravond in de keuken te kokerellen en pannen van de ene kant van het fornuis naar de andere kant te schuiven, terwijl ik gezellig bij hem aan de andere kant van de keukenbar aan een wijntje zit te nippen.
“Oh, dit ontspant me toch zo, dat koken op hout,” zegt hij zo vaak.
“Ja, fijn hè Henk,” zeg ik sluw, “wat is dat een goede keuze geweest dat wij op een houtfornuis zijn overgegaan!”
Ondanks dat het me al wel extra kilo’s heeft opgeleverd, want tja het koken op hout gaat nu eenmaal langzamer dan op gas, wat mij weer aanleiding geeft tot snaaien van een kaasplankje, ben ik er toch echt bij gebaat dat mijn man een blije kok blijft.
’s Zomers als de buitenkeuken met gasfornuis in gebruik is, beginnen er regelmatig enige geïrriteerde woorden te vallen over mijn totale ‘niet over eten koken nadenken’ mentaliteit. Meestal als er weer eens iets aangebrand is, vergeet Henk dat koken zijn hobby is en vindt hij het ineens een taak voor ons allebei.
Nou en mijn hobby is het zeker niet!   
Dus eigenlijk kun je zeggen dat ons huishoudelijk geluk in grote mate bepaald wordt door hout.
En daar ligt nu 21 kuub van voor de deur aan de andere kant van de weg. Heel fijn.

Afgelopen maandag belde de fabriek dat ze konden komen storten en aangezien we volledig zonder hout zitten en het sneller winter is dan we zouden willen, stemden we in.
De houtfabriek is de nieuwe vondst van dit jaar waar we ontzettend blij mee zijn. Zij verkopen afvalhout voor de helft van de prijs van gewoon stookhout.
Nu zitten er, behalve de enorme financiële voordelen, ook wat haken en ogen aan dit koopje.
Het is afwachten wanneer je aan de beurt bent en wat je zal krijgen, in welke lengte en dikte het hout is afgezaagd.
Maar het meest bewerkelijke is dat het alleen maar in grote hoeveelheden aangeleverd wordt, namelijk een vrachtwagenlading. En deze vrachtwagen kan niet op ons privéterrein komen, dus werd de hele hoop op dinsdag, in één klap op het terrein voor ons huis gestort.
En daar zit een probleem, het ligt daar niet veilig. Ook in deze vreedzame Auvergne bevinden zich mensen die het mijn en het dijn niet altijd van elkaar kunnen scheiden en sinds de crisis al helemaal niet meer. Dus moet alles verplaatst worden naar onze tuin en hiervoor hebben wij alleen onze eigen mankracht en twee kruiwagens tot onze beschikking. Dus niks geen schrijvers allures voor mij maar gewoon sjouwen.

Op dit moment hebben we er zo’n zes kuub tussenuit gesleept de afgelopen dagen, in de volle zon met een temperatuur van 35 graden gaat dat zo snel niet. Terwijl  we zaterdag en vandaag weer niets konden doen omdat het ineens stortregende. De tijd dringt.
Het is een enorme klus want het hout is namelijk verdeeld in twee categorieën: 1, dat wat gekliefd moet worden voordat het in het hok kan, wat zéér veel werk is, en 2, kleine latjes van dertig bij tien centimeter, waardoor je blijft bukken en ook eindeloos blijft stapelen.
Nu loopt het normaal gesproken allemaal niet zo’n vaart, want ons huis staat nog geen tien meter van deze houtberg af, dus als er nachtelijke bezoekers zijn gaan onze honden wel tekeer.
Maar dan moet je wel thuis zijn natuurlijk.

En dat zijn we dus niet, want over drie dagen gaan we voor de boekpresentatie een week naar Nederland.
Zodoende zijn we al dagen aan het buffelen en zal dat de komende dagen nog wel even door moeten gaan. Helaas heeft Henk ook nog een hele repetitiedag voordat we vertrekken over drie dagen.
En 21 kuub is haast onoverzichtelijk veel!  Eén kruiwagenlading lijkt geen enkel verschil te maken.
Inmiddels heb ik overal spierpijn, m’n rug, m’n billen, m’n benen, ja zelfs m’n handen en voeten doen zeer. ’s Avonds duik ik uitgeput mijn bed in en val in slaap. Maar gelijktijdig draait ook mijn hoofd, na enige uren slaap weer op volle toeren vanwege alle spanning rondom de boekpresentatie. Dus rond drie uur ’s nachts lig ik weer klaarwakker na te denken over hoe ik het allemaal aan ga pakken.

Juist nu ik een persoonlijk creatieve mijlpaal beleef zou ik me eigenlijk rustig willen voorbereiden op mijn nieuwe rol als schrijfster en de presentatie van mijn boek.  Nadenken over wie ik moet benaderen, wat ik wil zeggen in de speech, alvast bedenken wat ik in het boek ga schrijven tijdens de signeersessie, nog wat extra oefenen in voorlezen en schoonschrijven. Kortom, mezelf in een ontspannen mood brengen.
Het zit er niet in.
Zoals alles in mijn leven zal ook dit weer spontaan moeten gaan verlopen.
Laat ik er maar op vertrouwen dat ik ter plekke wel de juiste woorden en houding zal vinden om mezelf te profileren!
Fijne bijkomstigheid van al die zware lichamelijke arbeid is wel, dat ik er aankomende zaterdag natuurlijk helemaal fantastisch strak uit ga zien, een sportschool is hier echt overbodig.
Zo heeft ieder nadeel, inderdaad, toch weer zijn voordeel! 

                                    ________________________________________________


In 2007 ben ik samen met Henk (contrabassist) verhuisd naar het Franse platteland.
Over deze wonderlijke periode heb ik een boek geschreven:

Ben je geïnteresseerd?  Via deze linken kun je het bestellen:
  Bol.com  
boek € 16,95

  Ebook  
  ebook: €4,99
 

uitg.: Vandorp educatief/ Grenzeloos
Het verhaal over een waarzegster en een muzikant die samen hun geluk in Frankrijk willen beproeven om daar een centrum voor muziek en levenskunst op te zetten

Als Lies op een avond Henk ontmoet slaan de vonken direct over. Behalve hun artiestenbestaan blijkt al snel dat ze ook hun passie voor Frankrijk delen.
Het begint met dromen over 'later als...' maar hun enthousiasme haalt de droom in. Samen storten ze zich in het avontuur en belanden van het ene toeval in het andere.
Een verhaal vol humor, over passie en durf, dromen en aanpakken, liefde en loslaten maar vooral over verwondering.
Wat kan er veel gebeuren als je gewoon ‘ja’ durft te zeggen! Zij gaan er in ieder geval vanuit dat hun idee fantastisch is en alle gebeurtenissen lijken dit ook te bevestigen…


Deel twee komt uit in september/ oktober 2014

vrijdag 30 augustus 2013

Mijn boek is er, bestel nu!


Het verhaal over een waarzegster en een muzikant die samen hun geluk in Frankrijk willen beproeven om daar een centrum voor muziek en levenskunst op te zetten. Een verhaal vol humor, over passie en durf, dromen en aanpakken, liefde en loslaten maar vooral over verwondering.
Wat kan er veel gebeuren als je gewoon ‘ja’ durft te zeggen! Zij gaan er in ieder geval vanuit dat hun idee fantastisch is en alle gebeurtenissen lijken dit ook te bevestigen…

Yeah....Het is zover.....!!


Vanaf half september is mijn boek te koop. Hoop dat jullie geïnteresseerd zijn!


De verkoopprijs is € 16,95 

Vanaf volgende week te bestellen bij o.a.

www.bol.com

www.vandorp.net

www.emigratieboek.nl

https://itunes.apple.com/nl/book/toekomstmuziek-in-frankrijk/id710411640

Ook als ebook voor maar € 4,99









zaterdag 17 augustus 2013

Part2, Speuren voor de Franse belastingdienst

De naam die ik bij de Trésorie heb opgeschreven, staat achter op de kwitantie die ik voor mijn storting heb gekregen. Ik vis in mijn tasje en pluk er het verfrommelde blaadje uit. Nog nooit heeft een kwitantie met deze recordsnelheid, de weg van Trésor Public naar mijn bureau afgelegd, waar nieuwsgierigheid al niet goed voor is.
Computer aan, de speurtocht kan beginnen!
Laat ik eerst maar eens googlen of het woord dat maar één letter verschilt met de naam van een Nederlandse stad, ook als achternaam bestaat.
Ja hoor, direct prijs. Ondanks dat het voor mij een onwaarschijnlijke achternaam is,  verschijnen er meerdere personen op mijn beeldscherm, wat bedrijfsnamen en enkele via een facebook pagina.
Nou dat is dan duidelijk, dan is ‘de heer’ dus geen naam maar ‘monsieur’. Ik ben helemaal in mijn nopjes, wow wat is internet toch geweldig.
Maar hoe kom ik er nu achter of de persoon die ik zoek er tussenstaat? Het is allemaal leuk dat ik zo snel heb uitgevonden dat het dus zijn naam is maar nu heb ik geen enkele aanwijzing meer naar zijn woonplaats. Ik kan toch moeilijk al die bedrijven en facebook pagina’s uit gaan pluizen om te kijken of er linkjes naar de Auvergne zijn.
Ik zit wat te scrollen en door te klikken en dan zie ik een site die straatnamen aangeeft.
Ongelooflijk, dat zoiets bestaat! Wie bedenkt of maakt zo’n site?
Wat melig, je moet een naam invullen en dan verschijnen alle straatnamen in Nederland waar een familie met die naam woont. Ik ga het rijtje af en warempel ik zie een straat die met een beetje fantasie lijkt op het woord dat, wat ik me herinner, met blokletters op het papiertje van de Trésorie stond. Ik klik erop en ik krijg een adres in Waalwijk. Hiermee zoek ik op telefoonboek.nl, voilà ook dat verschijnt.
Record speurtijd, zeven minuten.
Trots bel ik de dames van de Trésor Public, we verifiëren de straat en het klopt, dit moet hem zijn! 
De dame reageert blij verrast, nu heeft ze zijn hele adres compleet, inclusief zijn telefoonnummer. Aangezien ik me inmiddels bij de zaak betrokken voel, vraag ik haar wat ze gaat doen. Of beter gezegd, ik bemoei me er gewoon mee en zeg haar dat bellen natuurlijk het snelst gaat.
“Oui, oui,” zegt ze zonder veel enthousiasme, “mais c’est difficile avec la langue.” Oh ja, dat durft ze natuurlijk niet, schiet door mijn hoofd.
Ondanks dat ik twijfel of dit niet te ver gaat,  stel ik voor dat ik wel wil bellen. De dame, maakt zich duidelijk niet zo druk over de beroepsethiek en neemt mijn aanbod direct aan. “Vraag naar hun Franse adres en welke belasting ze gestort hebben.”
Dit is toch wel weer bizar, sta ik met de belastingdienst te bespreken hoe ‘we’ hun klant moeten benaderen. Haha, dit vind ik leuheuk!

Ik bellen, maar in plaats van op  een Nederlandse man of vrouw, stuit ik op een Franse computerstem die zegt dat dit nummer op dit moment niet beschikbaar is. Dat is vreemd. Maar er is dus duidelijk wel een connectie met Frankrijk.
Ik bel weer terug naar de Trésorie en leg uit dat ik geen gehoor krijg en stel voor dat ze dan zelf op een later tijdstip maar contact moeten zoeken, of gewoon een briefje sturen. Terwijl we daarover bezig zijn, dat duurt altijd even want in Frankrijk moet een conversatie altijd in drie verschillende vormen herhaald worden, hoor ik een piepje in de hoorn. Een dubbelgesprek. Dat is vast die vent, denk ik en omdat je maar twee piepjes de tijd hebt om dat gesprek aan te nemen, zeg ik zeer gehaast dat ik moet ophangen en verbreek de lijn. Nu zou de telefoon weer moeten gaan rinkelen maar er gebeurt niets. Ik ben dus te laat.
Pff, de zaak begint wat slepend te worden, daar gaan we weer, terugbellen naar de Trésor Public. Terwijl ik uitleg dat het loos alarm was en we bezig zijn met afronden van het gesprek, hoor ik weer een piepje. Zul je hem weer hebben, denk ik vermoeid door de situatie, pff laat maar gaan, ik heb er geen zin meer in.
Ik wens de dame veel succes en we hangen op.

De verdere middag duik ik weer in mijn schrijversbestaan.
Rond vier uur gaat de telefoon, in het scherm zie ik een 06 nummer. Ik neem op: “Oui allo?”
Een, aan zijn stem te horen, wat oudere nette heer, maakt zich in een enigszins onzeker Frans, kenbaar met de naam die maar één letter verschilt met een Nederlandse plaatsnaam. “Vous me téléphoné?”
Daar is hij dan, hebben we toch nog contact.
Om hem direct uit deze Franse conversatie te bevrijden, antwoord ik wat lachend: “Ik ben Nederlandse hoor, we kunnen Nederlands spreken.”
“Ah, Nederlandse,” zegt de heer verbaast, “maar ik zag toch een Frans nummer staan?”
Ik leg uit dat ik in Frankrijk woon en dat ik hem bel namens de Franse belastingdienst. De heer maakt een geluid alsof hij me niet begrijpt. “Ja,” vervolg ik , “u heeft geld gestort, maar zij weten niet waarvoor.”
De heer antwoordt vragend: “Maar bent u dan van het office du tourisme?”
Nu begrijp ik hem weer niet. “ Nee, de Trésor Public, voor uw huis in Frankrijk.”
“Mevrouw, ik heb helemaal geen huis in Frankrijk.”
Dit is bizar!
“Maar waarom belt u me dan?” Ik leg uit wat er gebeurd is bij de Trésor Public en dan begint er iets bij de heer te dagen.
“Ja, ik heb wel geld gestort naar Frankrijk maar dat was voor de reservering van een camping. Vanuit welk dorp belt u?” Ik noem de naam van ons dorp.
“Ja,” zegt de man, “dat herken ik, daar willen we op vakantie volgende maand.
Ik heb een plaats op de camping besproken, daarvoor heb ik geld overgemaakt naar het office du tourisme. Is dat niet goed overgekomen?” vraagt hij met duidelijk ongeloof in zijn stem.
“Nee, blijkbaar niet,” zeg ik lachend, “meneer, het is hier redelijk middeleeuws hoor!”

De heer begint nu ook schik in ons gesprekje te krijgen.
“Nou mevrouw, dat kunt u wel zeggen!  Wat ik al een briefwisselingen heb gehad met die camping, dat is werkelijk ongelooflijk!
Het was niet mogelijk om per bank te betalen, alleen iets met chèques geloof ik. Maar ja, die hebben wij niet. Uiteindelijk was het toch mogelijk en kreeg ik een ibannummer van het office du tourisme. Daar heb ik het geld op gestort onder vermelding van ‘reservering camping’.”
“Ja, en de camping en het office zijn van de gemeente, vandaar dat uw geld waarschijnlijk bij de Trésor Public terecht is gekomen.”, vul ik aan.
We zijn eruit maar de man is nog steeds vol ongeloof over deze bizarre situatie. “Nou dank u wel hoor mevrouw, dat u dit voor ons heeft gedaan.”
Ik zeg hem dat het voor mij geen enkele moeite was en dat ik blij ben dat het nu opgelost is.
“Ja,” zegt de heer, “ik zeg nog zo tegen mijn vrouw, “wat gek, een Frans nummer”, ik dacht: dat moet m’n broer zijn, die woont in Frankrijk.
We stonden namelijk in een kerk, weet u, we zijn nu ook in frankrijk op vakantie maar gewoon in een hotel, onze telefoon staat doorverbonden naar m’n mobiel.”
Aha, denk ik, vandaar die Franse computerstem.
De heer is nu helemaal op dreef en begint enthousiast te ratelen over deze wel heel bijzondere toevalligheden allemaal. “ Maar ja in een kerk heb je geen goede verbinding. Dus ik naar buiten. Ik heb toen teruggebeld maar kreeg geen gehoor. Wie had dit nu kunnen verwachten?
Ja, dat doen we namelijk elk jaar, dan zoeken we ook een leuke camping, mijn broer is namelijk……” Er volgt nog een heel relaas over zijn familie en hun gewoontes.
Waar een bezoek aan de Trésor Public al niet toe kan leiden, ik houd van dit soort vreemde ontmoetingen en zo te voelen deze onbekende heer ook.
“Oh, en u woont daar mevrouw? Permanent?” Nieuwsgierigen herkennen elkaar altijd direct, dus ook ik vertel iets over onze situatie.

Toen we het Jazz Café nog hadden, zou ik meteen gezegd hebben: “Kom gerust eens langs.” Maar ja, we zijn geen publieke personen meer, we hebben hier gewoon een huis en that’s it.
Omdat dit voor mij ook een vreemde situatie is, laat ik het een beetje in het midden. Ik leg wel uit dat ik erg dicht bij de camping woon maar twijfel ook weer of ik die mensen dan zomaar weer in mijn privé leven moet uitnodigen. Het blijft hangen.
Nadat de heer me nogmaals bedankt heeft en ik hem een fijne vakantie heb toegewenst hangen we op.
Gelijk bellen met de Trésorie. “Ik heb het raadsel opgelost”, val ik on-Frans direct met de deur in huis.
Ik vertel het hele verhaal en ook de dame is verbaasd, de camping, dat ze daar niet aan gedacht hebben!
Ze bedankt me en zegt dan wat lachend, “Misschien moeten we wat van je belastingschuld afhalen.” Hahaha, lach ik, “nou, als dat zou kunnen!”
“Nee,”zegt ze nog na-grinnikend, “laat ik dat maar niet doen, dan kom ik nog in de gevangenis.”

Twee weken later gaat de telefoon, het is de heer met de naam die één letter verschilt met een Nederlandse plaatsnaam. Hartelijk, begroet ik hem.
“Mijn vrouw en ik hebben er al zo ontzettend om gelachen, wat een toestand! Ik wil u nogmaals bedanken.”
Ik antwoord dat het echt geen enkele moeite was en dat ik het nog leuk gevonden had ook.
“Maar wij dachten, heeft u misschien iets nodig uit Nederland? Kunnen wij iets voor u meenemen?”
Wat een aardige spontane mensen. Toch bedank ik voor het aanbod. Het was zo’n kleine moeite voor mij, voor mijn gevoel kan ik moeilijk zeggen “Neem maar een kilo oude kaas mee.”
Nee dat gaat te ver. De man vist nog wat naar mijn adres en dan hangen we op.
Ik heb zo’n vermoeden dat ik hem nog ga zien deze zomer. 


                               _________________________________________________________

In 2007 ben ik samen met Henk (contrabassist) verhuisd naar het Franse platteland.
Over deze wonderlijke periode heb ik een boek geschreven:

Ben je geïnteresseerd?  Via deze linken kun je het bestellen:
  Bol.com  
boek € 16,95

  Ebook  
  ebook: €4,99
 


uitg.: Vandorp educatief/ Grenzeloos
Het verhaal over een waarzegster en een muzikant die samen hun geluk in Frankrijk willen beproeven om daar een centrum voor muziek en levenskunst op te zetten

Als Lies op een avond Henk ontmoet slaan de vonken direct over. Behalve hun artiestenbestaan blijkt al snel dat ze ook hun passie voor Frankrijk delen.
Het begint met dromen over 'later als...' maar hun enthousiasme haalt de droom in. Samen storten ze zich in het avontuur en belanden van het ene toeval in het andere.
Een verhaal vol humor, over passie en durf, dromen en aanpakken, liefde en loslaten maar vooral over verwondering.
Wat kan er veel gebeuren als je gewoon ‘ja’ durft te zeggen! Zij gaan er in ieder geval vanuit dat hun idee fantastisch is en alle gebeurtenissen lijken dit ook te bevestigen…


Deel twee komt uit in september/ oktober 2014