zondag 19 januari 2014

Politiebezoek

Er stopt een auto voor de deur. Henk, die bij het raam zit, trekt een lange nek om langs ons huis naar beneden te kunnen kijken of het bezoek voor ons is. “Oh shit, les gendarmes,” zegt hij met een diepe zucht.
Het is zondagochtend tien uur, we zijn net uit bed en zitten gezellig samen in ons huiskloffie koffie te drinken, de krant te lezen en rustig de dag op te starten.  Maar onze rust wordt nu dus ernstig bedreigd. Ik spring op om me te verstoppen in de badkamer.
Henk is inmiddels naar beneden gelopen en heeft open gedaan. Ik hoor vrolijke stemmen en gelach. Tja, daar sta ik dan in de badkamer met m’n koffie, wat moet ik nu doen? Stilletjes sluip ik naar de overloop om boven aan de trap te luisteren wat er gaat gebeuren.
“Café?” hoor ik Henk vragen.
Ja hoor, dit wordt een echte visite, die zijn voorlopig nog niet weg.
Ik sta in dubio over wat ik moet doen, ik kan me moeilijk hier de hele tijd ‘stil’ houden boven aan de trap en daarbij weet ik dat Henk al helemaal niet graag zo vroeg in de ochtend al onder de mensen is. Er zit niets anders op, ik kan dit niet aan hem alleen overlaten, ik zal ook naar beneden moeten.
  
“Bonjour,” zeg ik enigszins lachend als ik even later ook de kamer binnenstap. “Ah, elle est là aussi!” Een grote gendarme, volledig in politiepak met pistolen en alles erop en eraan, staat op om mij hartelijk te begroeten.  “Comment tu vas Lisbethu, nous sommes pas venus trop tôt?” voegt hij er grijnzend aan toe. Ja, hij weet het wel de smiecht.
“ Non, pas du tout Pierre”  reageer ik spontaan en ik meen het inmiddels nog ook. Nu ik mezelf eenmaal weer in de ‘sociale stand’ gezet heb, ben ik werkelijk blij om hem te zien.
Pierre is een oude klant uit ons Café des Arts. Vier jaar lang organiseerden wij twee maal per maand een jamsessie en Pierre was als bassist altijd aanwezig, samen met zijn zoon die drumde. We wisten dat hij gendarme was maar daar merkten we niets van. Hij dronk gezellig een biertje en was vooral een zeer vrolijke en positieve muzikant waar je mee kon lachen. Ons café was voor heel veel mensen uit de regio een gezellige ontmoetingsplek en alle amateurmuzikanten die normaal gesproken alleen maar op hun ‘zolderkamertje’  konden oefenen, boden wij een podium en de mogelijkheid om samen te spelen. Toen we na vier jaar gingen sluiten waren er veel mensen teleurgesteld. Sommigen komen nog wel eens bij ons thuis op bezoek, waaronder Pierre dus.
“Pierre, het is alweer een tijdje geleden dat we je gezien hebben, hoe is het?” vraag ik lachend terwijl ik schuin naar zijn collega’s kijk.
“Nou met mij gaat het bijzonder goed” antwoordt Pierre ondeugend, ook met een schuin oog naar zijn metgezellen. “Dit zijn mijn nieuwe collega’s, ik werk ze in.” Weer een enorme grijns op zijn gezicht.
Zijn collega’s zijn twee mooie jonge meiden, keurig opgemaakte poppensmoeltjes, zo op het oog beiden nog geen twintig maar wel al full dressed in politiepak met pistolen en wapenstokken.
Pierre is duidelijk content met zijn pupillen, “ja, we zijn al een week lang samen op pad,” hahaha, “ik moet haast op gaan passen dat ik mijn vrouw niet met hun naam aanspreek,” grapt Pierre lustig voort.  
De meisjes lachen lief en we stellen ons aan elkaar voor. Ze willen graag een kopje thee.
Henk is blij dat ik nu ook beneden ben want nu kan hij het praten aan mij overlaten, hij gaat in de weer met koffie en de kopjes thee. We hebben het even over de inbraken die hier de laatste tijd plaatsvinden. Pierre beaamt dat het aantal is toegenomen maar dat de politie druk aan het speuren is.
Mijn boek ligt op tafel, dus vol trots show ik het aan onze gasten. Pierre bekijkt het aandachtig. “Jammer dat ik het niet kan lezen,” zegt hij spijtig.  Op de achterkant staat mijn foto, “pas mal” zegt hij goedkeurend. “Ja die foto is duidelijk niet ’s ochtends gemaakt,” zeg ik met lichte zelfspot. Pierre lacht bevestigend.
Zo flauw en al zo veel lol op de vroege ochtend en nog wel met de politie.
Maar het is Pierre, die man is zo innemend en positief daar wordt je vrolijk van. Je vergeet gewoon dat hij politieagent is. Hij is echt nog het type ‘oom agent’, redelijk en menselijk.
Henk komt erbij zitten en al snel komt het gesprek natuurlijk op muziek. Henk heeft een basgitaar te koop en vraagt of Pierre toevallig geen interesse heeft. Samen lopen ze naar boven, naar de muziekkamer.
Ik blijf achter met de politiemeisjes. Ik vraag of ze uit deze regio komen en of ze het naar hun zin hebben hier in Thiers waar ze op de Gendarmerie wonen.
Het blijkt tegen te vallen. Dat is niet geheel verwonderlijk want dit stadje is weliswaar heel mooi pittoresk maar redelijk verloederd. Er is veel werkeloosheid en armoede, veel mensen hebben een harde uitstraling. 
“U leest toch kaarten? ” vraagt ineens één van de twee, de mondigste. Ik beaam het. Er valt een kleine stilte, het meisje kijkt wat onzeker van haar theekopje naar haar handen. Het is duidelijk dat ze het niet durft te vragen. “Wil je dat ik je de kaart lees?” vraag ik welwillend. Ze knikt timide met haar hoofd.
“Ok, dan pak ik mijn kaarten.”
Ze wil iets weten over de liefde. Sinds kort heeft ze hier een vriendje maar het loopt niet zo lekker. Ze trekt kaarten. Als ik haar uitleg wat ik hierin zie, komen er spontaan waterlanders op. “Ja, zo is het precies,” zegt ze sniffend. Het is aandoenlijk,  nog zo’n jonge griet, ze blijkt net achttien, ineens bij de politie, quasi volwassen groot politiepak aan, wonend in een ander departement met heel ander soort mensen, vriendje bij de politie. Het lukt me aardig om haar een hart onder de riem te steken en haar wat tips te geven.  
Als we de sessie beëindigen kan ze weer lachen.
Ik kan het niet maken om nu het andere meisje niet de kaart te lezen, ze zit op het puntje van haar stoel. Ook bij haar gaat het over haar vriendje en alsof het zo hoort komen ook bij haar de waterlanders. Haast hetzelfde verhaal.
Henk en Pierre zijn inmiddels weer beneden en omdat er in het kaartlezen nogal wat tijd gaat zitten heeft  Henk zijn contrabas er maar weer bij gepakt en geeft nog even een basles aan Pierre.
Ineens overvalt mij de bizarheid van deze situatie. Buiten staat er een politiebus vervaarlijk voor het huis geparkeerd, we hebben duidelijk politiebezoek, en wij zitten hier met drie van die politiepakken rondom de tafel kaart te lezen en muziek te maken.
Als ik ook de tweede kaartlezing heb beëindigd wordt het voor Pierre tijd om eens aan ‘de tijd’ te denken. Het is half twaalf.
 “Oops, bijna midi, lacht hij vrolijk, “ allez les filles we moeten terug,  bijna etenstijd!”
“Jaha,”plaag ik, “jullie hebben het maar goed bij de politie, moesten jullie eigenlijk geen boeven vangen?” Pierre lacht dit maar eens fijntjes weg.
Hartelijk nemen we afscheid.
“Basles en kaartlezen onder diensttijd, zo gek heb ik het nog nooit meegemaakt,” zegt Henk lachend als hij de deur achter hen sluit.
“Inderdaad Henk, dit drietal hoort duidelijk niet bij de divisie ‘stoere’ boevenvangers of bonnenstrooiers van de Gendarmerie. Ach ja, die zijn er hier in Frankrijk wel genoeg. Nee, geef mij maar zulke agenten als Pierre, hij neemt gewoon nog de tijd voor iets." "Dat kun je wel zeggen ja," beaamt Henk, nou ik gun het hem hoor, het is gewoon een ontzettend aardige man, die Pierre."
"Ja en in feite heeft hij toch ook een belangrijke functie binnen de gendarmerie; hij onderhoudt de public relations.”

                    __________________________________________________________________

In 2007 ben ik samen met Henk (contrabassist) verhuisd naar het Franse platteland.
Over deze wonderlijke periode heb ik een boek geschreven:

Ben je geïnteresseerd?  Via deze linken kun je het bestellen:
  Bol.com  
boek € 16,95

  Ebook  
  ebook: €4,99

uitg.: Vandorp educatief/ Grenzeloos
Het verhaal over een waarzegster en een muzikant die samen hun geluk in Frankrijk willen beproeven om daar een centrum voor muziek en levenskunst op te zetten

Als Lies op een avond Henk ontmoet slaan de vonken direct over. Behalve hun artiestenbestaan blijkt al snel dat ze ook hun passie voor Frankrijk delen.
Het begint met dromen over 'later als...' maar hun enthousiasme haalt de droom in. Samen storten ze zich in het avontuur en belanden van het ene toeval in het andere.
Een verhaal vol humor, over passie en durf, dromen en aanpakken, liefde en loslaten maar vooral over verwondering.
Wat kan er veel gebeuren als je gewoon ‘ja’ durft te zeggen! Zij gaan er in ieder geval vanuit dat hun idee fantastisch is en alle gebeurtenissen lijken dit ook te bevestigen…


Deel twee komt uit in september/ oktober 2014

Geen opmerkingen:

Een reactie posten