donderdag 10 juli 2014

Het Champagne concert (2)

Voordat we naar de nieuwe feestlocatie gaan wijst de schoondochter ons de weg naar de gîtes zodat we alvast onze spullen daarheen kunnen brengen en ons eventueel wat opfrissen.
Ze hebben het goed geregeld, we krijgen twee zeer comfortabele huisjes op het terrein van een manege, aan de andere kant van het dorp.
De koelkasten zijn rijkelijk gevuld met allerlei sapjes en voor we vertrekken installeren we ons nog even met een drankje op het terras van één van de huisjes.
Aangezien ik door de bubbels toch wel wat licht in m’n hoofd ben, drink ik achter elkaar twee enorme glazen water leeg. Het helpt, tegen de tijd dat het diner gaat beginnen ben ik wel weer opgeknapt.
Het enige wat me nu verontrust is mijn afspraak met de schoondochter dat ik zal gaan waarzeggen vanavond. Ik heb het beloofd maar na deze middag zie ik er nogal tegenop. De gasten die ik tot nu toe gezien heb waren niet bepaald toegankelijk. Niet het chique sophisticated publiek dat ik verwacht had, maar gewoon ‘nuchtere’ plattelandsbewoners, ik moet nog zien dat die open staan voor het kaartlezen.
Ik leg Henk mijn dilemma voor.
“Joh, laat het toch gaan, geniet gewoon van de avond, het is ook jouw uitje!” wimpelt Henk luchtig mijn zorgen weg.
Ach ja, wat zou ik me druk maken, sus ik mijn geweten gesterkt door Henks bemoedigende woorden, laat ik maar gewoon kijken hoe de avond zal verlopen.
“Weet je wat, ik neem m’n kaarten wel mee, maar ik ga me niet in m’n opzichtige waarzegstersjurk vertonen want dan kan ik er niet meer onderuit.”
“Je hebt groot gelijk!” zegt Henk lachend.
Het is tijd om te gaan, de muziekinstallatie moet weer opgebouwd worden.

Bij de Feestlocatie, ook weer een loods boven een wijnkelder, is het nog stil. De Champagneboer doet open, ogenschijnlijk zijn alleen hij en zijn zoon aanwezig.
Pa wijst ons de weg naar een kantine, waar alle tafels al keurig gedekt in lange rijen opgesteld staan. De tafels zelf zien er wel mooi en uitnodigend uit, maar voor de rest is er weer helemaal niets aan aankleding en ambiance gedaan. Nu komt er nog zonlicht het zaaltje binnen waardoor er toch nog wel een warme sfeer hangt, maar als het straks donker is gaat de tl-verlichting weer aan. In een hoek is er plaats vrijgehouden voor het orkest, ook nu is er geen stagelight en zelfs geen podium.
Achter één van de muren horen we toch bedrijvigheid, als ik om het hoekje kijk zie ik een eenvoudige bedrijfskeuken waar koks druk in de weer zijn met de potten en pannen.
Terwijl de muzikanten hun spullen opstellen, lanterfant ik een beetje rond.
Even buiten kijken, weer naar binnen, de deuren die toegang geven tot de cave zijn ook open.
De enorme caves met roestvrijstalen cuvées/ vaten zijn indrukwekkend om te zien.

Rond acht uur ‘s avonds druppelen de eerste gasten binnen. Ze worden opgevangen in de enorme loods waar pa, naast een wand van pallets, klaarstaat achter een tafel met lege glazen. De genodigden voor deze avond zijn duidelijk toch wat belangrijker want nu zijn het wel mooie champagneglazen op een pootje. Behalve het verschil in glazen en het feit dat pa, de Champagneboer je deze persoonlijk aanreikt, staan er nu ook weer obers klaar om je glas te vullen en ook nu wordt er niet op een glaasje gekeken. Er worden nu ook hapjes geserveerd.
Het publiek is misschien dan wel belangrijker maar het verschilt niet veel van wat ik vanmiddag gezien heb.
Ik moet lachen om mijn veronderstelling dat ik naar een super chique Champagnefeest op een  Chateau zou gaan. Champagne hoort in mijn beleving dan wel bij de upper class, maar de producenten zijn toch gewoon boeren, weliswaar Champageboeren maar wel boeren, daar had ik even niet bij stilgestaan.
Niet dat het erg is, dit is ook leuk!
We maken dit als Nederlander toch maar mooi mee. Ik voel me vereerd dat we door deze familie zo hartelijk zomaar tussen hun intimi welkom zijn. Natuurlijk komen de muzikanten om te spelen, maar de schoondochter heeft uitdrukkelijk gezegd dat het voor ons ook een feestje moet zijn.
Dus besluit ik maar weer eens een glaasje te gaan nemen, het kaartlezen wordt toch niets vanavond. De muzikanten komen nu ook de loods in, dit is eigenlijk pas hun eerste moment vandaag om eens even echt lekker ontspannen een glaasje Champagne te drinken. Vrolijk proosten we op dit leuke uitje.
Na een uur staan we nog steeds met z’n allen gewoon in de loods en bij één glaasje is het niet gebleven. De gasten die eerst nog wat bescheiden met elkaar stonden te praten beginnen al luidruchtiger te worden.

Rond half tien gaan we aan tafel. Wij zijn op de achterste rij naast de kinderen en de baby’s gepland. Het is wel goed zo, want ondanks dat de gasten al iets losser zijn door de bubbels blijven ze toch afstandelijk naar ons, hier achter in het zaaltje kunnen we mooi ons eigen feestje hebben.
De muzikanten gaan eerst maar eens een deuntje spelen. De vrouw van de pianist en ik blijven weer samen aan tafel achter. “Nou, zullen we dan maar?” lach ik vrolijk terwijl ik een volle fles Champagne uit de ijsemmer pak.
De verdere avond is vol overdaad aan eten en drinken. De ene fles Champagne volgt de andere, de soort steeds weer passend bij de volgende ‘gang’. Het diner zelf bestaat volledig uit gerechten die geprepareerd zijn met Champagne, van Champagnesausen, tot aan het Champagne ijs toe.
Tussen de gangen door spelen de muzikanten een kwartiertje en dan komen ze weer gewoon aan tafel.
Wij, maar ook de andere gasten in het zaaltje worden steeds vrolijker, iedereen heeft rode koontjes en een lach op het gezicht. En alsof de Champagne nog niet voldoende is, komen er gedurende de avond ook nog gasten, collega wijnboeren, langs de tafels om hun eigen gefabriceerde wijn te laten proeven.
We zitten werkelijk midden in het hart van de wijn- en Champagneboerencultuur, geweldig!
Aan de tafel het dichtst bij het orkest zijn ze begonnen met zingen.
Eén vrouw kan niet meer stoppen en vraagt of ze de zangeres mag vervangen. Dat komt goed uit want die begint moeite te krijgen met haar teksten. De pianist heb ik trouwens ook al vreemde noten horen spelen, maar niemand kan het wat schelen, sterker nog ik denk dat ze het niet eens horen.
De vrouw grijpt de microfoon en zet met haar volksliedjes al zingend de hele boel op z’n kop, bij elkaar inhakend wordt er aan de tafels energiek gedeind en uit volle borst meegezongen.   
Soms komt er een moeder even bij de maxi-cosies, die naast ons op tafel staan, inspecteren of alles nog goed gaat met de baby’s, die trouwens verdacht stil blijven. De kinderen hebben inmiddels hun kleurplaten in de steek gelaten en rennen rondjes door het zaaltje en rondom de tafels.
Iedereen heeft het naar z’n zin en het feest gaat tot diep in de nachtelijke uurtjes door.

De volgende ochtend worden we gewekt door hinnikende paarden die elkaar vanuit hun paardenbox staan te begroeten. Onder ons slaapkamerraam, in de ‘bak’, horen we ook paarden lopen. Er wordt blijkbaar lesgegeven.
“Wat doen die lui al zo vroeg op die paarden,” bromt Henk en grijpt op de tast naar z’n horloge. “Oh, het is half elf Lies, we moeten eruit!”
Rond elf uur zitten we met z’n allen op het terras van onze gîte. Henk heeft koffie gezet.
“Hé, ik heb helemaal geen hoofdpijn!” roep ik verbaasd uit.” De anderen beamen dat ze ook nergens last van hebben, ja gewoon een beetje duf, meer niet.
“Nou, dan moet het toch wel erg goede Champagne geweest zijn! Ongelooflijk ik heb nog nooit zoveel bubbels gedronken!” lach ik vrolijk.
Na de koffie gaan we weer naar de kantine van de eerste loods waar de inauguratie gisterenmiddag begonnen is. Hier zal het ontbijt geserveerd worden.
In de kantine is het een drukte van belang, blijkbaar zijn er veel mensen blijven overnachten.
Er wordt geanimeerd gepraat en gelachen. Ook nu is er weer een overdaad aan eten en drinken en natuurlijk wordt ook de eerste fles Champagne alweer ontkurkt.
Henk en ik proosten samen: “Op la douce France!”
Alhoewel dit begin van de dag alweer neigt naar nog meer feest, houden wij het netjes bij één glaasje. We gaan zo meteen weer terug naar mijn zus.
“Oh, wat jammer,” zegt Roger teleurgesteld, “we krijgen vanmiddag nog een rondleiding door de kelders van het beroemde Champagnehuis ‘Pommery’.”
We zeggen dat we het ook wel jammer vinden om dat te missen maar dat mijn ouders ook speciaal vanuit Nederland naar m’n zus zijn gekomen en dat het wel gezellig is om die ook nog even te zien vanmiddag.
Daarbij weten wij nu al wel dat als we blijven, het straks onverantwoord wordt om nog te gaan rijden, het Champagne aanbod is hier iets te verleidelijk.

Nadat we onze spullen weer in de auto geladen hebben, gaan we nog één keer naar de loods waar ook de anderen nog steeds zijn.
Hartelijk nemen we afscheid van ons Auvergnaanse clubje en de Champagnefamilie.
En dan vertrekken we, met behalve onze spullen ook nog zes dozen Champagne, het gage van de hele band, in de achterbak.
Tijdens de rit zitten we heerlijk na te genieten van het ontzettend leuke weekend tot nu toe.
Ach, we hadden natuurlijk wel langer kunnen blijven maar het is goed zo, zijn we het met elkaar eens. We verheugen ons ook weer op een gezellig bezoek aan m’n zus en haar vriend.
Nog steeds in feeststemming stoppen we een uur later toeterend bij haar huis.
De honden komen vanachter het huis vandaan naar ons toe rennen. Ook zij zijn uitgelaten en vrolijk.
We stappen de tuin in en als we de hoek van het huis omlopen zien we de hele familie keurig rondom een tafel in de tuin zitten.
Koppie thee, koppie soep.
“Hee, Henk en Lies,” zegt mijn moeder blij, “fijn dat jullie er zijn!”
Er worden twee stoelen bijgeschoven en m’n zus vraagt: “Willen jullie ook thee? Of koffie misschien?”





    ____________________________________________________________________________

In 2007 ben ik samen met Henk (contrabassist) verhuisd naar het Franse platteland.
Over deze wonderlijke periode heb ik een boek geschreven:

Ben je geïnteresseerd?  Via deze linken kun je het bestellen:
  Bol.com  
boek € 16,95

  Ebook  
  ebook: €4,99
uitg.: Vandorp educatief/ Grenzeloos
Het verhaal over een waarzegster en een muzikant die samen hun geluk in Frankrijk willen beproeven om daar een centrum voor muziek en levenskunst op te zetten

Als Lies op een avond Henk ontmoet slaan de vonken direct over. Behalve hun artiestenbestaan blijkt al snel dat ze ook hun passie voor Frankrijk delen.
Het begint met dromen over 'later als...' maar hun enthousiasme haalt de droom in. Samen storten ze zich in het avontuur en belanden van het ene toeval in het andere.
Een verhaal vol humor, over passie en durf, dromen en aanpakken, liefde en loslaten maar vooral over verwondering.
Wat kan er veel gebeuren als je gewoon ‘ja’ durft te zeggen! Zij gaan er in ieder geval vanuit dat hun idee fantastisch is en alle gebeurtenissen lijken dit ook te bevestigen…


Deel twee komt uit in september/ oktober 2014

zondag 6 juli 2014

Het Champagne concert

We hebben een uitje!
Henk is gevraagd om op te treden voor een Champagnehuis in de buurt van Reims.
Drie weken geleden belt Roger met de vraag of Henk ook zin en tijd heeft om mee te gaan.
Roger is een bevriende Franse saxofonist waar Henk regelmatig en graag mee speelt. Een lieve man, uitstekende saxofonist maar vooral levensgenieter die het grootste deel van zijn leven door heel Frankrijk heeft rond-geschnabbeld en zodoende dus ‘zo zijn contacten heeft’.
“Het gaat helemaal fantastisch worden!” zegt Roger enthousiast. “We spelen als jazz trio alleen wat tijdens de ‘opening’ van hun nieuwe ‘cave’ en daarna nog wat tijdens het diner.
Maar allemaal rustig aan, het is ook voor ons feest.
Onze partners mogen mee, we krijgen een eigen gîte waar we twee nachten mogen overnachten. Een rondleiding in Reims, door de kelders van het Champagnehuis Pommery. Het gage is niet al te hoog, het beslaat zo’n beetje de reiskosten, maar… we krijgen wel allemaal een doos Champagne mee naar huis.
Dus,” besluit Roger zijn relaas alsof hij Henk nog over moet halen, “het wordt ‘een beetje spelen’ en verder vooral ook voor ons een leuk feest!”
Nou over dit aanbod hoeft Henk niet lang na te denken, natuurlijk wil hij wel mee, zeker omdat ik ook uitgenodigd ben!
Dit is nu het leuke van een muzikantenbestaan, dan kom je nog eens ergens!
“Een Champagnefeest, geweldig”, zegt Henk in z’n nopjes.
Ik zie het ook direct helemaal zitten, wow gaan we naar een Frans ‘upper class’ feest, dat wil ik ook wel eens meemaken!
“Weet je Henk, als het nu toch kennissen van Roger zijn dan kan ik ze ook wel voorstellen om ‘kaart te lezen’ tijdens het feest,” zeg ik enthousiast tegen Henk, “dat is mooi want dan heb ik wat te doen en daar komen vast allemaal chique mensen die ook wel eens een feestje geven. Kan ik mezelf in ‘the picture’ spelen voor vervolgoptredens!”

Toevallig heeft mijn zus ook sinds kort een huis in Noord Frankrijk, zo’n uurtje rijden van onze bestemming en we besluiten om dit concert te koppelen aan een bezoekje aan haar. Dat is ook een geluk want als zij akkoord gaat dan kunnen onze honden ook mee.
Ik stel haar voor dat we een dag eerder komen en vraag aarzelend of de honden dan één nacht bij haar mogen blijven als wij de volgende dag naar het optreden gaan. Ik vind het altijd wel lastig om zoiets te vragen, maar gelukkig vindt mijn zus het geen enkel probleem. “Ja,” zeg ik enthousiast, “dan blijven we nog een paar dagen om je te helpen met klussen!”
Een gezellige en praktische oplossing voor iedereen.
En zo geschiedt het; met een auto vol kleding, slaapspullen, honden, een contrabas en een basversterker reizen we goedgemutst naar Noord Frankrijk.
We hebben een gezellige avond bij m’n zus en haar man en de volgende dag vertrekken Henk en ik om half twee ’s middags, zonder honden, weer terug in zuidelijke richting.

Rond drie uur rijden we het dorpje Chamery binnen. Het is een klein eenvoudig dorp met smalle straatjes, waardoor de protserige grote auto’s die we tegenkomen nog imposanter lijken.
Franse maar ook Nederlandse en Belgische kentekens.
Het adres hebben we snel gevonden.
Ik verwachtte eigenlijk wel een grootse Chateau-achtige locatie, maar onze bestemming blijkt een enorme witte loods te zijn, aan de rand van het dorp. Ogenschijnlijk is er niet veel bedrijvigheid. Moet hier een feest plaats gaan vinden? denk ik verbaast.
Terwijl we de auto parkeren komen, vanuit de Auvergne, Roger en de anderen er ook aan, de band is compleet.
In de loods worden we verwelkomd door een uiterst vriendelijke, wat slonzig geklede rondborstige blonde vrouw van rond de veertig jaar. Ze blijkt de vrouw van de zoon van de champagneboer te zijn. Het is een familiebedrijf. Ze begeleidt ons de trap op naar een kantine boven de enorme hal waar we de hand van haar schoonvader schudden. De sfeer is uiterst gemoedelijk.
Hier boven zijn meerdere mensen aanwezig, sommigen horen duidelijk bij de familie of de organisatie en zijn druk bezig met onduidelijke dingen, anderen hangen wat rondom de tafels en gedragen zich als gasten.
De schoondochter biedt ons wat te drinken aan en verdwijnt weer naar beneden, wij worden, zoals zo vaak in Frankrijk, wat vaag aan ons lot overgelaten.
Na het drankje gaan de muzikanten maar eens kijken waar ze kunnen gaan opbouwen want over een klein uurtje moeten ze al spelen, niemand schijnt zich druk te maken over tijd.

Dit is voor mij als meekomend muzikantenvrouw altijd het ‘vervelendste’ gedeelte van de avond. Het wachten en er maar wat bijhangen. Gelukkig heb ik deze keer een missie, dus ik ga op zoek naar de schoondochter om mijn ‘waarzeg’ voorstel te doen.
Ondanks dat ze niet zo goed weet wat dat ‘waarzeggen’ nu precies inhoudt en ze zich afvraagt of het wel past bij de gelegenheid en de gasten staat ze er toch niet helemaal onwelwillend tegenover.
Ze legt uit dat het inauguratiefeest zal plaatsvinden op twee verschillende locaties.
We beginnen met een apéro met muzikale omlijsting in deze loods. Onder deze loods bevinden zich de nieuwe wijnkelders, waar het hele feest om draait.
De voornamelijk zakelijke relaties, die hier zijn uitgenodigd, krijgen een rondleiding door deze kelders en na afloop de kans om hun dozen champagne in te kopen.
Vervolgens zal een select gezelschap van familie en vrienden, bij elkaar zo’n vijftig man voor het diner naar het oudere keldercomplex komen.  
Ze zegt dat het diner met intimi waarschijnlijk een betere gelegenheid is om iets met het ‘waarzeggen’ te doen, maar ze kijkt er wel bedenkelijk bij.

In de tussentijd is de locatie aardig op orde, maar dat is hier niet zo ingewikkeld. Vanuit mijn ervaring in Nederland ben ik wel gewend dat er feesten in een bedrijfspand worden georganiseerd. De boel wordt vaak zo mooi aangekleed dat je er geen bedrijfspand meer in herkent. Door middel van decor ontstaat er bijvoorbeeld een feestlocatie binnen de bestaande locatie.
Hier niet.
De muzikanten hebben hun instrumenten op het podium geïnstalleerd, er is geen stage light. De loods is sfeerloos verlicht door tl-lampen en er staan enkele tafels met wat zoutjes erop, gewoon zonder kleedje of een gezellig kaarsje. Op panelen, rechts van het podium, is er een soort expositie van foto’s over de familiegeschiedenis en het ontstaan van het bedrijf.
De obers zijn gearriveerd en staan klaar met een fles champagne in de hand, er zijn zelfs ook al enkele gasten aanwezig.
Nou, hier is niets chique ’s of stijlvols aan, stel ik licht teleurgesteld vast.

“Kom, we nemen alvast één glaasje voor we beginnen,” zegt Roger opgetogen.
Bij de ingang staan tafels met lege glazen met de naam van het wijnhuis erop gegraveerd. Geen sierlijke flinterdunne champagneglazen op een pootje maar kleine stevige cilinderglaasjes die zo dienst zouden kunnen doen als waxinehouders.
De bedoeling is dat je zelf zo’n glaasje pakt en de obers komen het vullen.  
De champagne smaakt opperbest, maar vanwege de grootte van het glaasje, één of twee ferme slokken, kunnen de muzikanten vrijwel direct beginnen.
Ze stappen het podium op en ik blijf achter met de vriendin van de pianist, een jonge vrouw van rond de vijfendertig jaar.
Roger heeft als alleenstaande man zijn dochter als introducé meegenomen en die staat ook op het podium, ze heeft aangekondigd dat ze wil zingen.
Henk en ik schenken elkaar een lacherige blik van verstandhouding, hoogstaande jazz zal het niet worden vanavond, want voor deze gelegenheid heeft Roger de muzikanten duidelijk meer geselecteerd op gezelligheid dan op kwaliteit.
Het is een ‘op los zand’ gefundeerd bandje, waarvan Henk en Roger de enige geroutineerde jazzmuzikanten zijn.
We wisten dit al wel van te voren, en normaal gesproken verafschuwt Henk het om op zo’n  middelmatig niveau te moeten spelen, maar dit champagne-uitje is ook wat waard!

Terwijl de wat onvaste klanken van Rogers dochter door de ruimte galmen kijk ik om me heen. Het publiek bestaat uit wat grove, eenvoudig geklede plattelandsbewoners. Ondanks dat ik toch vriendelijk knik naar de mensen is het onmogelijk om contact met ze te krijgen.
Wij als meegekomen muzikantenvrouwen vallen behoorlijk uit de toon. Met een schuchter knikje lopen de gasten ons voorbij.
Dit ‘feest’ is totaal niet wat ik me had voorgesteld. Wat een suffe bijeenkomst is het eigenlijk. Gelukkig blijkt de vriendin van de pianist wel ontzettend leuk te zijn en geanimeerd starten we een gesprekje.
Een ober komt langs. Hij wil onze glaasjes vullen maar die hebben we inmiddels weggezet.
Het is een charmante jongeman die ons wat flirterig uitlegt dat het de bedoeling is dat we de glaasjes bij ons houden, zodat hij ze kan vullen. Maar voor ons wil hij wel een glaasje gaan halen. 
Willen wij dat?
Aangezien ik zeker zin heb in een tweede glaasje zeg ik direct “oui”. Maar zo gemakkelijk gaat dat niet voor een Auvergnatse.
Toen wij de jazzclub nog hadden had ik het ook al gemerkt, een Auvergnat zal nooit een ‘direct’ antwoord geven als je hem of haar iets aanbiedt. Ze reageren bijna altijd aarzelend; ‘zal ik wel, zal ik niet’ en uiteindelijk zeggen ze dan, met een gezicht van ‘nou vooruit dan maar, het is dat je zo aandringt’: “Oui un petit verre”…..
In het begin maakte ik de vergissing om dan inderdaad een klein glas te serveren. Maar al snel begreep ik dat dat niet de bedoeling was.
Dus terwijl de ober haar vragend aankijkt begint de vriendin met haar Auvergnatse voordracht kunstje;  in de lucht kijken, weer naar vloer, vaag glimlachen, wat hummen en dan eindelijk met haar blik naar beneden gericht komt er een vaag ‘oui-knikje’.
De ober verdwijnt en even later is hij terug met één glaasje, voor mij. Ik proest het uit als ik het beteuterde gezicht van de vriendin zie.
“Ja, je bent nu in Noord Frankrijk, als je hier iets wilt zul je, net als in Nederland, duidelijk moeten zijn,” grap ik vrolijk.
Snel gaat ze op zoek naar een leeg glaasje en als de ober niet al te lang hierna weer terug is zegt ze volmondig “oui” en reikt hem haar glas aan. Aangezien die van mij al weer leeg is, laat ik deze ook nog maar een keertje vullen.
Echt heel erg druk is het niet maar de obers lopen ijverig rond om iedereen te bedienen, er wordt niet gekeken op een glaasje en aangezien wij een beetje halverwege hun loopje staan, wordt ons glaasje zowel op de heenweg als op de terugweg weer bijgevuld.

De Champagnebubbels beginnen aardig naar ons hoofd te stijgen en de vriendin en ik beginnen het steeds beter naar onze zin te krijgen. Giebelend over de gekke situatie waarin we beland zijn en zeker ook over zo’n overdaad aan Champagne proosten we ondeugend met onze glaasjes naar elkaar en naar de muzikanten die het allemaal met lede ogen aanzien. Het is hun feestje, wij zijn als aanhang meegekomen en staan nu lekker lol te maken en Champagne te drinken terwijl zij daar gewoon op een droogje staan te spelen voor mensen die nog niet eens luisteren.
Oh, denk ik wat lodderig, ik geloof niet dat ik op deze manier straks nog kaarten kan lezen. Shit, had ik nu maar niets voorgesteld.
Na een half uurtje komen ook de muzikanten van het podium, gezamenlijk drinken we nog een glaasje en dan wordt het tijd om naar de volgende locatie te gaan. Zij moeten alle versterkers en instrumenten weer inpakken en die daar zo meteen weer opbouwen. Natuurlijk help ik mee, maar wel met enigszins onvaste tred. Minimaal één fles Champagne heb ik al wel weg gebubbeld en een kleine vermoeidheid begint achter mijn ogen te prikken. "Oops, nu even bij de les blijven Lies," spreek ik mezelf ferm toe, "de avond is nog niet eens begonnen"….  


________________________________________________________________________________

In 2007 ben ik samen met Henk (contrabassist) verhuisd naar het Franse platteland.
Over deze wonderlijke periode heb ik een boek geschreven:

Ben je geïnteresseerd?  Via deze linken kun je het bestellen:
  Bol.com  
boek € 16,95

  Ebook  
  ebook: €4,99
uitg.: Vandorp educatief/ Grenzeloos
Het verhaal over een waarzegster en een muzikant die samen hun geluk in Frankrijk willen beproeven om daar een centrum voor muziek en levenskunst op te zetten

Als Lies op een avond Henk ontmoet slaan de vonken direct over. Behalve hun artiestenbestaan blijkt al snel dat ze ook hun passie voor Frankrijk delen.
Het begint met dromen over 'later als...' maar hun enthousiasme haalt de droom in. Samen storten ze zich in het avontuur en belanden van het ene toeval in het andere.
Een verhaal vol humor, over passie en durf, dromen en aanpakken, liefde en loslaten maar vooral over verwondering.
Wat kan er veel gebeuren als je gewoon ‘ja’ durft te zeggen! Zij gaan er in ieder geval vanuit dat hun idee fantastisch is en alle gebeurtenissen lijken dit ook te bevestigen…


Deel twee komt uit in september/ oktober 2014